United States or Mauritania ? Vote for the TOP Country of the Week !


"De Zeegenbrengster" luidde uw naam, o milde, aan wie de waereld zooveel zeegen dankt, wier brooze leeven, marmervast verklankt, den dorst zooveeler schoonheids-dorst'gen stilde. Ach, blanke liefde-zuil, bloedrood omrankt door vuurig lied, één vriendlijk groeten tilde den Held in 't licht, dat uw zacht aanschijn wilde nogmaals verlichten wie er doolt en wankt!

Het was zoo licht toen ik moest scheiden de spreeuwen kweelden luide en teer, en een onnoemelijk verblijden vervulde veld en atmosfeer. Een plechtig en verblindend wonder verrees, als waar 't voor 't eerst, de zon, en bloem op bloem ontsloot zich onder haar zeegen, naar zij kracht gewon. De waereld scheen verbaasd te ontwaken als vond haar 't licht voor d'eerste maal.

Is ons denken niet armzaliger dan het bestaande? Wie zal dan zijn hoope schooner wanen dan de werkelijkheid? Wie zal Gods Heerlijkheeden in verbeelding te booven kunnen gaan? Heerlijk, heerlijk is het leeven des vroom-wijzen. In het leeven vindt hij zeegen, met den dood neemt hij genoegen.

De jeugdige Vorst, die naauwelijks den ouderdom van 15 en een half jaar bereikt had, doch reeds den 8 Junij te vergeefs aan de Staten verzocht had, om in zijn rang als Kolonel tegen de Franschen te velde te mogen trekken, werd daarop dadelijk van het Hof gehaald, legde den eed af en werd nog dien zelfden dag in het Collegie van Gedeputeerde Staten en in het Hof Provinciaal ingeleid, en met gelukwenschen begroet, in de hoop, dat men van deze bevordering »alles goeds voor den dienst ende welstandt van den Lande onder Godes genadigen zeegen mogt verwachten."

Het menschdom stroomt, langs onheilvolle weegen, de stralende uitkomst angstig tegemoet. Wee, den in duistren dwarrelstroom geboornen! Wee, den voor reiner schoonheidslicht verloornen! Hoe reiken zij de handen, om den zeegen van Liefde's minnelijken, zachten groet. Men noemde u Beatrice, maar gij draagt heil'ger benaming, onbekend den veelen.

Zij sprak van Glans en Schoonheid, onvernoomen door wie nog kruipen, siddrend voor het beest. Doch wat haar bliks'mend wilswoord schiep, zal koomen. Haar zeegen werkt, haar opvaart duldt geen kluister, haar vrijheid daagt in nooit-vermoeden luister. Stem van Génerzijds.

Verlangt ge nog meer? Verzoenster! met u vond ik de zee de groote zee des vreedes en in de verre heemelen van rust heb ik gestaard, zij het maar éven. En mijn deemoed is ontbloeid naast de uwe, en mijn getrouwheid is door de uwe gebooren, en uw geduld is het mijne geworden onder den zeegen uwer liefde.

Hij legt zich niet toe op volmaaktheid, maar God zeer liefhebbend wordt hij van zelve volmaakt. Hij wenscht voor zich geen deugden noch zeegening, God wenscht hij te gerieven, als zijn eenigsten, liefsten vriend. Zoo koomen deugd en zeegen zijns ondanks, uit nooddruft ontstralen hem blijmoed en goede werken.

Ach, zoo zoet was het weeder opleeven onder den grooten zeegen uwer liefde, seedert zijn mijn dagen zangen geweest. Verlangt ge nòg meer? Neem dan deeze ordelooze stroofen, ook de leeuwrik zingt wild en zonder reegelmaat, hij breekt af en herhaalt en herhaalt, als door