United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


De leliën luidden hoog 't wit uit de opene kelkklokken en stonden gesnoerd aan rilde stammen die wiegelden genadig bachten 't vlammende rood van de stokrozen hooge geritst de ronde ballen en geklest aan rijzige persen.

De duisternis verspreide alom haar donkeren nevel, de kruinen der boomen wiegelden niet langer heen en weder, maar staken scherp af tegen de groenachtig getinte avondlucht en zij sliepen stil. Tusschen het dichte loof legde de vogel het hoofd onder de vlerken; de Uil vloog uit, maar schrikte van de opkomende sterren en vloog weer terug. De nacht heerschte over alles.

Haar bloed woog zwaar in haar willoos lichaam, en als een sterke band voelde ze den angst om haar brein. Stap voor stap naderde ze de haven .... Wanneer haar schepen? Niets was geschied. De schepen wiegelden in het zonnelicht, zacht speelden de golfjes, het zonlicht was over de zee, en niet één klein, wit wolke-lijntje beefde aan de star-blauwe lucht.

Doch de bleeke man was te veel in vuur geraakt om op den eikel te letten, die uit de lucht scheen te vallen, hij sprak lang en hoe langer hoe harder. Op 't laatst werd hij rood en blauw in 't gezicht, balde de vuisten en schreeuwde zoo luid, dat de bladeren trilden en de grashalmen ontzet heen en weer wiegelden. Toen hij eindelijk tot bedaren gekomen was, begonnen allen weer te zingen.

Daarop had hij haar morfinedrankjes gegeven, druppels, die zeer duur waren, die hijzelve gemengd had, en die hijzelve haar telde in een glas water. Zij brachten haar des nachts, zoolang zij nog wakker lag, in een zacht suizende extase, waarin zij van hare kussens, uit heure lakens scheen op te zweven langs deinende, blauwe luchtstroomen, die haar als golven wiegelden.

Daar ging juist, op een der schepen, een stoet sneeuwwitte paarden der Onsterfelijken naar binnen, telkens meer en nog meer. De schepen wiegelden zacht heen en weder, in de branding. Toen begreep Simon welke de reden was dat hij op zijne beide tochten door het Perzische kamp zoo ontzettend veel paarden had ontmoet. De dieren werden in alle stilte ingescheept.

Deze hadden hunne gulzigwassende ranken er over geworpen en bekroonden hem nu met een groen welfsel, terwijl hunne slingerende twijgen onder den zoelen morgenwind nevens het kleine deurtje wiegelden.

Hij werd gefolterd door pijnlijke verlangens en zijn verbeelding was vol met duizelige tafereelen. Terwijl hij slapeloos op zijn sponde lag, recht uitgestrekt, kwamen de mistige vormen van zijne gedachten door de lauwte van het kamertje varen. Ze wiegelden in de lucht zooals wuivende sluiers en ze hadden de kleur van de roomblanke huid, waaronder zacht-roze vloeit het gloeiende bloed.

Over dien groenenden omtrek heen verloor de blik zich spoedig in het water eener heerlijke zee of van een meer, dat van dien liefelijken bodem een eiland maakte, dat nauwelijks eenige uren gaans breed kon zijn. In het oosten vertoonde zich eene kleine haven, met eenige huizen er voor, waarin vaartuigen van een bijzonderen vorm op de blauwe golfjes wiegelden.

Tusschen de huiswanden gromde 't gestamp der stoompomp. Wirrelend spetten de vonkjes uit den dikken nek der machine. Het kreunde en reutelde over de gracht, over de daken. De flambouwen, verperst in den wind, belauwden de tegels en stoepen, de vensters, kozijnen, wiegelden staalglansjes in de waterplassen.