United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij deze woorden sprong de koning op het meisje toe, hield hare beide handen met zijne linker zoo vast te zamen, dat zij kermde van pijn, boog met de rechter het lieve hoofdje achterwaarts, en kuste zijne weerstrevende zuster, die daarop weenende hare dienstmaagden tegemoet liep, en ijlings naar hare woning terugkeerde.

De stoffelijke belangen zijner gemeenteleden behartigen, zóó als zij dat met haast kinderlijke hulpbehoefte en vertrouwen van hem verwachten; en dat uiteraard afwijkende zoo niet rechtstreeks weerstrevende in gelijke richting doen loopen met wat hij hun allerhoogste belang moet achten, het geloof in en het be-leven van een wereld-verzakenden godsdienst: en te waken daarbij, dat niet de schijn van het eene de werkelijkheid van het andere bedekke: dat is het moeilijke probleem dat dag aan dag den zendeling in het Javaansche dorp wordt gesteld.

Dit product weerspiegelt de daad èn de worsteling van de daad met de stof èn met de haar weerstrevende omstandigheden, maar die daarin dus névens al het andere zichtbaar geworden daad-zelf, in haar bewegen: hoe zij worstelt, overwint of succombeert, is alleen en uitsluitend de zuivere spiegel van de grootte, de macht of de zwakheid van den aanleg.

Maar denk even na, en duik In de eeuwigheid, waar tijd dien ge u herinnert Zelfs al wat we ons verbeelden, eeuw op eeuw Een punt maar schijnt, en de weerstrevende Gedachte kwijnt, moe in de oneindge vlucht, Tot duizlend, blind, verloren, onbeschermd, Zij zinkt. Ze telde allicht de trage jaren Nog niet, die gij in foltring zonder uitstel Doorleven moet? Misschien kan geen gedachte Ze tellen.

Hi-ha! balkte, woedend en verontwaardigd, door de Gallen voort getrapt, de weêrstrevende ezel, die een kastje torste onder vuilen sluier.... Uit de menigte drongen zich mannen, vrouwen, kinderen baan.... Zij drongen om den ezel.... Vooruit! riep het naar het Theater stróómende volk.... Doorloopen!

In een west'lijke spelonk Baart Rinda, die haar liefde schonk, 'n Knaapje dat van Odin stamt, Dat nooit zijn zwarte lokken kamt, Noch in den stroom wascht zijn gezicht, Noch ziet het avondzonnelicht, Tot hij zal lachen bij het hout Tot brand voor Hodurs lijk gebouwd. Toen de weerstrevende Vala zoo had gesproken, vroeg Odin: "Wie zou niet willen weenen bij Balders dood?"

De lust was in hem haar in-eens op te nemen en weg te dragen, zoo snel dat ze van schrik lam zou zijn en de anderen verbaasd gapen zouden, en dan met haar alleen te zijn, waar wist hij niet, maar alleen met haar tusschen vier muren, en dan haar aan te zien, en tegen zich aan te drukken 't weerstrevende lijf en te zoenen den wulpschen mond, en haar dan te slaan, te striemen.