United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tusschen de ranken van een weelderigen wilden wingerd, die langs het raamkozijn oploopend, in steeds geler, bruiner en vuriger tinten, tot gloeiend rood toe, voortklom naar het dak, had zij hare webbe uitgespreid.

Haar voornaamste bezigheden waren de webbe van het lot te weven, dagelijks den heiligen boom te besprenkelen met water uit de Urdar-fontein en versche aarde te leggen om zijn wortelen, opdat hij frisch en altijd groen zou blijven. Vandaar komen de maagden Die zeer veel weten, Drie van de hal Beneden den boom; Een heette was, D' andre zijnde De derde die zijn zal. De Völuspâ.

Neen, 'k en vind hem niet, maar 'k hoore, 'k hoore, 'k hoore een lied hem lustig weven: het kettert in de dreven. Zoo zit en zingt er menig man, vroegmorgens op 't getouwe, om, van goên drom , te maken langlijdend lijwaadlaken. De wever zingt, zijn' webbe deunt ; de la klabakt, 't getouwe dreunt; en lijzig varen de spoelen heen, in 't garen.

Deeze Spinnekop heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk.

Mijn ander' webbe, en tweede leven, 'n liet ik maar, onaangemoeid, geschoren zijn, getouwd, geweven, zoo 't in en deur 't getouwe vloeit! Doch neen: ik zal, van ziele en lijve, de wever van één webbe zijn, zoo lange 'k in dit leven blijve, van zuur en zoet, van groef en fijn.

Ze verwonderde zich dat Johannes zoo zorgelijk zich bezighield met het luttele bedrijf van het eten, dat hij al den ijver van zijne vingeren daaromtrent in gulzige werking bracht, en dat hij daar zat, vóor haar, aan 't spinnen een aardige webbe van kleine vertellingen, zonder aandacht precies voor hare aanwezigheid, zonder herinnering precies aan hunne verleden verwachtingen....

Ge hebt gehoopt dat, in dát ongezonde midden, de banden zouden rotten, die mij bonden aan u. Gij waart niet haastig, gij wildet den tijd laten begaan. Ik stel me voor dat ge den Hemel hebt gedankt toen ik u van dat roode ding ben komen vertellen. Ik maakte zelf de webbe, welke gij te vergeefs zocht te spinnen.

Deeze Spinnekop heeft agt oogen, gelyk de meeste anderen, en voedt zig met allerleije zoorten van insecten. Men beweert, dat de jonge vogelen aan dit dier niet onsnappen kunnen, en dat het derzelver bloed uitzuigt. Deszelfs webbe is niet zeer uitgestrekt, maar zeer sterk.

Ondanks al mijne nasporingen, heb ik aan wal geen enkel spoor van plantaardig of dierlijk leven gevonden, met uitzondering van eene enkele, zeer kleine spin: deze zonderlinge bodinne der wedergeboorte was bezig haar webbe te spinnen!

De allegorische beteekenis van de Nornen en van hun web des lots is te duidelijk om verklaring te eischen; toch hebben enkele mythologen ze tot geesten van de lucht gemaakt, en zeggen dat haar webbe het wolkenweefsel was, en dat de nevelbanden, die zij knoopten van rots tot boom, van berg tot berg, gewelddadig verscheurd werden door den plotselingen opstekenden wind.