United States or Singapore ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tusschen het tegenwoordige en den verwijderden tijd van het wederzien lag het uitstel van het gevaar, en misschien de kans op de overwinning. Hij herkende zich zelven niet. Hij was in eigen oogen zoo wankelmoedig als een riet, omdat hij den wensch bij Didymus binnen te gaan en hem toe te spreken, onderdrukt had, en het huis voorbijgeloopen was.

't Was om hèm, dat ik mij zoo ellendig gevoelde, maanden lang, dat ik wankelmoedig, zwak, ja laf was, want ik kòn zijn hart niet breken; en ik moest, omdat ik niet kon, niet wilde mij vernederen, mijn vrouwenhart, mijn waarde als vrouw, als mensch laten vertrappen; ik moest mij tegen hunne plannen verzetten; ik was 't zedelijk verplicht aan mijn eigen fierheid, die ik 't zwijgen niet vermocht op te leggen.

De vreemdelingen, die uit de Zuidelijke Nederlanden zich te Middelburg vestigden, hebben niet weinig tot den bloei der stad bijgedragen. Het waren ondernemende lieden, vurig in geloof, dat van geen wijken wist, maar ook energiek in hun handelen, niet wankelmoedig, als een tegenstroom hun plannen bemoeilijkte.

Waarlijk, Andronicus, Goed strookt dit doen met uw gepoch, dat ik Het keizerschap aan u heb afgebedeld. TITUS. Ontzettend! welk een grof verwijt is dit? SATURNINUS. Maar ga vrij voort; geef 't wankelmoedig ding Aan hem, die daar zijn zwaard voor haar gezwaaid heeft.

Goedhartig en zwak, wel vervuld met de gedachte aan zijn verplichtingen, doch onbeduidend en wankelmoedig, zullen we hem nooit flink zien doortasten, wanneer dit noodig is. Hij, die wel een steuntje noodig had, werd ook niet door zijn omgeving geholpen.

Zij luisterde, steeds met dien zelfde gelukkigen glimlach, naar zijn zachte stem, terwijl hij haar vertelde van het gesprek, dat hij met zijn zuster had gewisseld vóor hij nog wist, of Lili ooit van hem zou houden. Hij had zich toen wel een poosje wankelmoedig gevoeld; nu echter scheen de heele wereld hem een licht te torsen last toe.

Met alle behaagzieke kunsten bestormden zij de minnaars, zoodat ieder van hen dacht, dat hij de uitverkorene was, en eindelijk werd een der zusters wankelmoedig.

Duroc was zeer hoffelijk ontvangen; de koning een wankelmoedig, doch vredelievend man, die zoo goed als geheel onder den invloed stond van zijn jeugdige, bekoorlijke gemalin, was niet ongenegen bevonden de rol van bemiddelaar te vervullen. Te Berlijn was dus oogenschijnlijk succes verkregen. Bij het Engelsche en het Oostenrijksche kabinet was dit niet het geval geweest.

't Gonsde en suisde in mijne ooren, maar boven dat alles uit klonken je woorden: "Kartini, wees flink, wees niet wankelmoedig!" "Toe, zegt u 't maar, wat zou u willen worden?" "O, ik weet 't wel, u wil schrijfster worden, maar daarvoor hoeft u niet opgeleid te worden? U kan het uit u zelf wel worden!"