United States or United States Virgin Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


»En toch," hield Philostratus vol, »zag men hem nog eergisteren met Arius, den vriend en gouverneur van Octavianus, den doodvijand van onze koningin, arm in arm in den tuin van het Paneum wandelen. Aan ieder die het hooren wilde, verzekerde Didymus dat juist deze Arius tot zijn liefste leerlingen behoorde."

Vóór den tuin van Didymus vond Dion het beeld ter overbrenging gereed, doch de bouwmeester liet de slaven, die de rollen al vóór de slede hadden gelegd, nog een geruimen tijd wachten. Hij was ten derden male naar het huis van den ouden philosoof gegaan.

Toen zij eindelijk het doel van den tocht hadden bereikt, moest Philotas den uitgeputten man met alle kracht ondersteunen, terwijl Gorgias behoedzaam de gesloten poort opende. Deze kwam uit boven een vrije hooge trap, die naar zee leidde, vlak naast den tuin van Didymus. Zij was die trap als kind menigmaal met haar broeder afgegaan om een klein bootje op het water te laten drijven.

Al deze mededeelingen waren door menigen uitroep van ongeduld en verontwaardiging afgebroken, en nu stootte Didymus, buiten zich zelven van angst, de vraag uit: »En het kind en Barine?"

De beambten, die de Regent gezonden had, waren zooeven gekomen om aan Didymus de mededeeling te doen, dat zijn tuin in een openbare wandelplaats veranderd moest worden. Toen de bouwmeester het huis binnenging, waren de beambten, de schrijvers en de getuigen, eene schaar van wel twintig mannen, hem reeds voorgegaan.

Toch zouden de grijsaard en zijn gezin nog bijna in de handen der woedende menigte zijn gevallen, daar Didymus niet eerder wilde heengaan, dan nadat hij het een en ander, vooral een twintig of dertig kostbare boeken, in veiligheid had gebracht.

De philosoof Euphranor, een bejaard lid van het Museum, was door de tuindeur tot hem doorgedrongen en had hem alles medegedeeld, zonder te letten op de veelbeteekende wenken en gebaren van zijn leerling Philotas. Maar Didymus kende zijn bezoeker, die evenals hij van de wereld afgezonderd al zijn tijd en kracht aan de wetenschap wijdde.

Tusschen het tegenwoordige en den verwijderden tijd van het wederzien lag het uitstel van het gevaar, en misschien de kans op de overwinning. Hij herkende zich zelven niet. Hij was in eigen oogen zoo wankelmoedig als een riet, omdat hij den wensch bij Didymus binnen te gaan en hem toe te spreken, onderdrukt had, en het huis voorbijgeloopen was.

Doch nauwelijks was de deur achter Lucilius gesloten, of de hofmaarschalk meldde de komst van eenige afgevaardigden uit de leden van het Museum. De geleerde heeren kwamen zich beklagen over het onrecht dat hun medelid Didymus was aangedaan, en tegelijkertijd uiting geven aan hunne gevoelens van trouw, ook in dezen tijd van druk.

Gij weet immers, gij allen die mij hoort, door hoevele geslachten heen de familie van Didymus tot eer van de stad hier heeft gewoond en roemvollen arbeid heeft verricht. Gij weet dat de oude man tot de leermeesters der koningskinderen behoorde."