United States or Aruba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu, gy hebt haar gezien? En de malle meid is ook niet lelyk. De drommel, Jan, wat moest ik op myn hoede zyn! De Weduwe ... ik weet het niet, maar my dogt, dat zy, ongemerkt kwasie, alle myne bewegingen gadesloeg. Ik durfde waaragtig geen eene dier kunstjes gebruiken, die wy altoos eerst te werk stellen, om eens hoogte te nemen.

Ik verzoek u dan om het Huwlyk; en als ik het zeg, meen ik het waaragtig. 't Zal my tot eer zyn, Juffrouw Burgerhart myne Dochter te mogen noemen. Zal hy ze hebben? Ik. Met al myn hart; en ik hoop, dat zo uw andre Zoon ook maar een braaf deugdzaam meisje kiest, dat gy dan ook even redelyk zult zyn. Hy.

Ik beloof u, uw geld in de volgende week vast te betalen. Ik. Nu ja, dat's wel. De sloof zat te breijen zonder opkyken, aan een witte garen kinderkousje: "dat's een veeg teken," zei Letje, tegen my. Arme meid! 't Is waaragtig een groot kind.

Nu schei ik uit, en ben Broeder Lichtmis! Razent, woedent, helsch kwaadaartig over myne mislukte onderneming! In myne eigen strikken gevangen! Maar wie kon denken, dat er een Burger- meisje in de waereld was, die een man, zo als ik ben, tegenstand zou bieden? Wat moet ik denken; zou er waaragtig zo iets zyn, dat deugd genaamt wordt? Ei, wisjewasjes!

Ik kan wel denken, wie of er op u smoel heeft ; wie anders dan de Broeder? Nu geluk, er is maar een paar bedorven. Evenwel, als ik zo alle ouwe dingen overdenk, dan beklaag ik u toch. Wy hebben immers menigmaal eens een pretje gehad, en je hoorde my toen zo graag zingen van: "Toen onze Pau in 't Leger kwam." Waaragtig, Zanne, de Fynen lopen op uw zak, meid! ze zullen je zo arm maken als een Mier.

Hoe, wat hamer! denkt gy, dat ik niet weet hoe jy haar gedaan hebt, en dat jy haar als een zottin door de godgantsche stad hebt laten lopen in ouwe konkelige kleêren, en dat voor een meisje die geld heeft, en altoos proper gekleet pleeg te zyn; iets dat ik ook byster graag zien mag: wat wilje nu daar van hebben, he? Jy meugt waaragtig nog wel spreken van omslag!

Dat lieve mensch sprak zo waaragtig vroom, zy betoonde zo veel eerbied voor God, zo veel liefde tot den Naasten, zy gaf Zanne zulk een goeden raad, zy was zo minzaam, dat ik, met myn armen over elkander geslagen, haar aanhoorde, en dagt: zie daar eenen van die vromen, zo als God maar een om de honderd jaren zendt, om ons te leren, hoe verre wy het evel brengen kunnen, als het ons maar recht ernst is.

Ben ik evenwel niet een Opgewarmt Bier en Broodskind, gelyk myn Oom, de Kapitein, zyne Matrozen noemt, dat ik zo een charmante meid niet tot myn vrouw maak? Lief heb ik haar, waaragtig; dat is 't maar! Anders zou ik dus lang niet het masker voorhouden. Zy stondt al lang op de grote lyst. Maar, wat praat ik van liefde tegen zulk een liederlyken knaap als gy zyt?

Ik geloof waarlyk, dat het inkomen van alle myne uitstaande gelden my niet half zo veel zou verblyden, dan ik verblyd ben door den inhoud uws Briefs, dien gy my de eere aandeedt van te schryven. Hoe, wat! is de lieve meid dan myn lieveling niet? Is zy de dochter niet van eenen man, die myn eenigste hart-vriend was? Dat zou ik geloven, waaragtig!

Een vrouw is by u een vrouw loop, gy zyt myn gebabbel niet waardig. Zoudt gy niet zeggen, dat ik al een gansch karel ben, als gy my zo hoort snoeven en pochen? Waarlyk, ik bemin haar; dat is al de zwarigheid; en nooit verlaat ik het Wicht, of ik ben razent zot naar haar; en wat denkt gy? Ik heb nog nooit haar hand gekuscht; 't is waaragtig, Jan.