United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ben verheugd dat ik een zoo lieven dienst aan onze goede Vere bewijzen kan, en het doet mij, jegens den ouden Lazare, ook deugd. Jammer dat de man zoo brutaal-katholiek is. Zoo dacht hij en dronk, met kleine slokjes, den rooden port. Hij lonkte naar de dames die in hun versche zomertoilet voorbijliepen. Enkele hadden een karmijn-rooden hoed met purperen bloemen.

Juist toen wij hem voorbijliepen, hief hij het hoofd op, om in het licht, dat de straatlantaarn uitstraalde, ons aan te zien, doch nauwelijks had hij dit gedaan, of hij bleef staan en riep op vreeselijken toon: "Mijn God, het is Nancy!" Mevrouw Barclay werd zoo wit als een lijk en zou neergestort zijn, had die verschrikkelijk uitziende man haar niet ondersteund.

Daar waren geen winkels meer, maar tusschen de rossig-grauwe, gesloten huizen, vunzige, donkere kroegjes, waar wijven in helgekleurde jakken en met geplakte ponnie aan de deur stonden, die de heeren fleemend inviteerden om binnen te komen, met lijmerige uithalen uit 'r vette speekselmonden, en hen najouwden als ze lachend voorbijliepen.

Wij leefden altoos met hen op den voet van oorlog. Toen wij nu de hut voorbijliepen zagen wij de jongens van Visbeen, zoo heetten zij, achter in hun tuin spelen, en zij zagen ons ook, maar zij lieten ons ongemoeid voorbijgaan. Trouwens, dat was hun ook geraden, want wij waren met ons vieren tegen hen met hun drieën. Zij liepen dus veel kans, het onderspit te moeten delven.

Hij stond op en ging naar het venster, dat breed was en verguld met al het zonnegeweld. Hij kon van daar een randje zien van de straat en de hoofden der menschen die er voorbijliepen. Een zware wagen waggelde over de steenen. Het koffiekopje, dat op een stoel stond, rinkelde. Hij keerde zich verwonderd om en zag het witte kopje op den stoel staan. Een grove boterham lag er nevens.

Bovendien schenen zij algemeen geacht en bekend, want iedereen keek naar haar en er waren fijngekleede heeren, die wel drie of vier maal voorbijliepen en haar als oude bekenden groetten. Nadaniël was middelerwijl opgestaan en stond in de verte met een heer te praten die zeker erg grappig was want zij schudden allebei van 't lachen.

Wij moeten zien dat wij op het kompas afgaan, want wanneer wij het eiland Diomedes aan den eenen of aan den anderen kant voorbijliepen, weet ik waarlijk niet wat er van ons terecht moest komen. Hoort gij dat, mijnheer Sergius? riep Jan op eens, nadat hij eenige oogenblikken voorover gebukt had geloopen. Sergius bukte zich ook en luisterde.