United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van de priesters vond men er den abt Halma, denzelfden die tot den heer Larose, zijn medearbeider aan la Foudre zeide: Wel! wie is er geen vijftiger! misschien een paar melkmuilen?

Ik combineer thans de interviews welke mijn collega en ik met den heer G. W. Parkinson hadden. Wij vonden hem natuurlijk nog te bed. Het bleek een forschgebouwde vijftiger, met regelmatige gelaatstrekken, peper-en-zoutkleurig kort geknipt haar en ernstige blauwe oogen.

Gode zij dank, gij geniet eene goede gezondheid, gij zijt nog maar even zestig, en ziet er uit als een krasse vijftiger, dat geeft toch geen reden tot bezorgdheid, dat geeft integendeel hoop op menig jaartje levens.... Waarom bekommert gij u dan zoozeer over mij, waarom die zonderlinge haast om mij uit te huwelijken; mij, die met het meeste geduld den gelegen tijd van Frits zou hebben afgewacht."

William J. Bidulph was daar »in persoon", altijd ter beschikking van het publiek. Hij was een vijftiger, netjes in 't zwart, gekleede jas, witte das, volle baard zonder knevels, een echt Amerikaansch voorkomen. »Met wien heb ik de eer te spreken!" vroeg William J. Bidulph. »Ik ben Kin-Fo van Shang-Haï."

"Hebt gij hier niet wat voor mij te drinken?" vroeg hij, nadat hij mij den tijd had gegund hem eens goed op te nemen; "al is het maar een glas water? Ik heb goed drie uur te paard gezeten, om de wandeling naar de Werve niet mee te rekenen, en ik ben heesch van het stof." Hij sprak zijn Hollandsch met zeker vreemd accent; hij had het voorkomen van een vijftiger, hoewel hij mogelijk jonger kon zijn; zijne levendige, bewegelijke trekken, die nooit in rust waren, de menigte fijne rimpels op zijn verbrand voorhoofd, en de matte bleekheid van zijn gelaat getuigden van sterke hartstochten en van: "campagnejaren," zooals Francis zou zeggen. Een oogenblik viel het mij in of ik hier met lord William te doen had; maar hij geleek niets op Willem

En toch kwam het in niemand op om in dezen rijk uitgedosten vijftiger, een ouden, opgesierden gek te zien; het was hem nu eenmaal ingeschapen zich met praal en glans te omringen, en daarbij had zijne geheele verschijning iets zoo overweldigends, dat spot en hoon schuw voor hem terugdeinsden.

De direkteur van het muziektechnikum van Tarasowka is een oud-professor van het Moskousche konservatorium, een goede vijftiger, denk ik, maar zijn hartgrondige stem en de loutere blik van zijn bebrilde oogen hebben de kinderlijke argeloosheid en het roerend levensvertrouwen van wie eeuwig jong blijven.