United States or Iceland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bovendien brengt hij de zware keelgeluiden "A-o-oeng" voort, die men in alle diergaarden van de meeste groote Katten verneemt, voorts een luid "Ha-oeb" of "Wau," als hij verrast en verschrikt wordt, verder een mokkend geknor, als iemand hem tergt, en een op hoesten gelijkenden, korten schreeuw, die woede te kennen geeft, en dien hij bij den aanval verscheidene malen, schielijk achtereen uitstoot.

't Zij we onder 't lindeloof des zomers zijn vereend, 't Zij 't snerpen van de koude ons stiller vreugd verleent En we om een knappend vuur de stoelen samenschikken; Als 't kind verschijnt, ziedaar een waarborg voor de vreugd; Men lacht, men troetelt, kust en tergt zijn dartle jeugd; En moeders harte smaakt zijn zaligste oogenblikken." Mevrouw Dorbeen lachte goedkeurend.

Het wordt mij angstig om het hart; het is mij of alles wat daar ginds mij tergt en drukt nu weer in volle zwaarte op mij neervalt. Ik kan zóó nog niet scheiden van mijn geluk!"

Ik moest ook opmerken, dat wanneer men ze tergt, zy zeer gevaarlyk en kwaadaartig zyn. De Peccaris loopen met groote troepen, even als de andere zoorten; hunne wyfjes werpen verscheiden jongen te gelyk; en hun geknor is zeer onäangenaam en sterk. Des morgens van den 29sten, hoorden wy op nieuw het geluid van verscheiden snaphaan-schoten naar den kant van de Cottica.

Ik moest ook opmerken, dat wanneer men ze tergt, zy zeer gevaarlyk en kwaadaartig zyn. De Peccaris loopen met groote troepen, even als de andere zoorten; hunne wyfjes werpen verscheiden jongen te gelyk; en hun geknor is zeer onäangenaam en sterk. Des morgens van den 29sten, hoorden wy op nieuw het geluid van verscheiden snaphaan-schoten naar den kant van de Cottica.

ADRIANA. Als niets ons tergt, geduldig zwijgt de mond; Zacht blijft men, is voor 't tegendeel geen grond.

Tegen zulk een gering aantal Honden stelt deze zich dadelijk te weer; de jager gaat op hem af, gewoonlijk tergt hij hem bovendien door woorden en gebaren. Hierdoor vertoornd springt de Jagoear zijn vijand te gemoet en gaat met wijd opengesperden muil overeind staan evenals onze Beer.

Dan staat die stille rots daar en doet, alsof ze alle zeilen bijzet, om naar u toe te varen, en tergt de wachtenden, die natuurlijk de neiging voelen, haar te verwarren met het vaartuig van den loods, dat ding, welks komst de reizigers moet verlossen van het vervelende anti-chambreeren in open zee.

In zorgen gaan wij, Blijden van natuure, Zangers voor God, van Schoonheid en Geluk, dat dan niet tot versterf van 't Hoogste duure des meededoogens druk! Richt óp ons hoofd, als gloedrood in den morgen de zonbeglansde toppen van 't gebergt', ontlokt ons schouwen aan de kleine zorgen waarmee de waereld tergt.