United States or Caribbean Netherlands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waarom begon hij te zingen, toen hij was ingesloten?" vroeg Sjomka. "Dat heeft men je toch reeds gezegd; hij wilde sterven!", antwoordde Fedjka verontwaardigd. "Ik denk, dat hij een gebed zong," beweerde Pronka. De anderen stemden hiermee in. Wij bleven aan het uiterste einde van het dorp, bij de heg achter de schuren staan.

Zij herinnerden zich nog de Kaukasische geschiedenissen, die ik hun lang geleden eens verhaald had, en ik begon weer te vertellen van de Abreks, van de Kozakken en van Chadzji-Moerad. Met groote passen liep Sjomka voor ons uit, zijn stevige rug steeds in gelijkmatige schommeling.

Sjomka had hoofdzakelijk objectieve beelden noodig: de schoenen, den grijsaard, de boerin, bijna zonder onderling verband. Bij Fedjka waren het gevoelens van medelijden, waarvan hij zelf geheel was doordrongen.

Bijna allen namen deel aan het schrijven, maar het meest traden Sjomka en Fedjka op den voorgrond. De vastberaden Sjomka, met zijn gevoel voor juiste schildering, en Fedjka, met zijne waarlijk poëtische voorstellingen, die elkaar snel en onophoudelijk opvolgden.

Zoodra dan ook Sjomka een onjuist beeld gebruikte, niet in overeenstemming met het overige, werd Fedjka boos en zei: "Och jij, wil jij ook meepraten!" Nauwelijks had ik iets gekunstelds, iets onwaars bij het verhaal willen voegen of hij zeide driftig dat het niet noodig was.

Den vorigen winter las ik eens in het spreekwoordenboek van Snegireff en ik nam het mee naar school. Wij zouden dat uur de Russische taal behandelen. "Nu jongens, schrijf eens iets over een spreekwoord," zei ik. De beste leerlingen, Fedjka, Sjomka en een paar anderen, spitsten hunne ooren. "Wat voor een spreekwoord, wat zegt gij toch?" klonk de weervraag.

Nu ondervonden de kinderen blijkbaar voor het eerst het blijde gevoel van met het woord hunne gedachten zuiver weer te kunnen geven. Vooral bij Sjomka was dit duidelijk merkbaar. Onophoudelijk maakte hij de meest juiste opmerkingen. Het eenige wat men er tegen kon hebben was, dat zij slechts het oogenblik schetsten, zonder verband te houden met het verhaal.

"In veel landen is het wel, in andere weer niet. Wij hebben een' Russischen Tsaar en in de Duitsche landen is een Duitsche Tsaar." Dit antwoord bevredigt alle scholieren, zelfs den scepticus Sjomka. De onderwijzer, die het noodig oordeelt de kinderen de verschillende standen te verklaren, vraagt welke standen zij kennen.

Het hoofdvereischte voor alle kunst, het gevoel voor verhouding, was sterk bij Fedjka ontwikkeld. Al het overbodige dat de jongens in het midden brachten, hinderde hem. Hij trad zóó despotisch op en leidde zóó heerschzuchtig de wording van het verhaal, dat het de anderen verveelde, die daarom spoedig naar huis gingen; alleen Sjomka, hoewel hij anders werkte, gaf geen kamp.

De onderwijzer begint uit te leggen, dat de wet zegt dat men, als men steelt of moordt, in de gevangenis komt en gestraft wordt. De scepticus Sjomka vraagt: "En is die wet niet bij de Duitschers?" De onderwijzer. "De wet beteekent ook nog dat wij adellijken, boeren, kooplieden, geestelijken hebben." De scepticus Sjomka: "En dat heeft men daar niet?" De onderwijzer.