United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik wil uwe beslissing niet vooruitloopen; maar ik vermoed, dat gij het er met mij voor hadt gehouden, dat niet ten haren behoeve het graauwtje haren uijer aan de vingers des drijvers prijs gaf; het graauwtje, welks veulen intusschen zijn' ruigharigen kop achteloos op haren schouder neêrvlijdde.

Van den bij ons zeer zeldzamen Otterhond, die naar zijn vaderland Skije-terrier heet, is de afkomst niet met zekerheid bekend; volgens sommigen is hij ontstaan door kruising van een Ruigharigen Terrier met een aan de Dashonden verwant ras, dat rechte pooten heeft, en Spithond genoemd wordt, omdat men het in Engeland en Frankrijk voor 't draaien van 't braadspit gebruikt, en hiervoor, evenals bij ons den Karnhond, in een tonvormig treerad laat loopen.

Fangs!" riep hij met alle geweld een ruigharigen wolfachtigen hond toe, een soort van kreupele basterd, half bul- half windhond, die rondliep alsof hij zijn meester bijstaan wilde, om de weêrspannige varkens bijeen te verzamelen; maar welke inderdaad, hetzij dat hij de teekens van den zwijnenhoeder verkeerdelijk begreep, hetzij uit onkunde, of uit moedwillige boosaardigheid, ze slechts van den éénen kant naar den anderen dreef, en het kwaad verergerde, dat hij had moeten verhelpen.

Wronsky logeerde in een tamelijk ruime en zindelijk gehouden boerenhut, die twee vertrekken had. Petritzky woonde ook hier in het kamp met hem samen. Toen Wronsky met Jawschin de hut binnen kwam, sliep hij nog. "Opstaan! Genoeg geslapen!" riep Jawschin, die achter het schot was gegaan, en schudde den ruigharigen Petritzky, die met zijn neus in het hoofdkussen lag gedrukt.

Darwin zegt: "De redenen, waardoor verschillende schrijvers gekomen zijn tot de onderstelling, dat onze Honden van meer dan één wilde soort afstammen, zijn ten eerste het groote verschil, dat tusschen onze rassen van Huishonden wordt waargenomen, en ten tweede het feit, dat in de oudste, ons bekende historische tijden verscheidene Hondenrassen bestonden, die zeer weinig op elkander geleken, maar veel overeenkomst vertoonden met de tegenwoordige rassen, of zelfs geheel gelijk waren aan deze. Zoo geeft Youatt een teekening van een beeldhouwwerk uit de villa van Antoninus, waarop twee jonge Windhonden voorgesteld zijn. Op een Assyrisch gedenkteeken van omstreeks 640 v. C. is een zeer groote Bullebijter afgebeeld, gelijk aan die, welke thans nog in genoemd land ingevoerd worden. Op de Egyptische monumenten van de 4e tot de 12e dynastiën (d.i. van ongeveer 3400 tot 2100 v. C.) zijn verscheidene Hondenrassen afgebeeld, die voor 't meerendeel aan de Windhonden verwant zijn. Een gedenkteeken uit een later tijdperk toont ons aan een Hond met hangende ooren, die op den Parforcehond gelijkt, maar een langeren rug en een puntiger toeloopenden kop heeft. Er is ook een dashond bij met korte kromme pooten, die weinig van het hedendaagsche ras verschilt. De oudste op de Egyptische monumenten afgebeelde Hond is een der eigenaardigste: hij gelijkt op een Windhond, maar heeft lange, spitse ooren en een korten, omgekrulden staart. Hij is nauw verwant aan een ras, dat ook thans nog in Noord-Afrika voorkomt, n.l. aan den Arabischen Everhond, waarvan E. Vernon Harcourt getuigt, dat hij "een excentriek, hiëroglyphisch dier is, zooals dat, waarmede Cheops eertijds ter jacht ging," en dat hij "eenigszins gelijkt op den ruigharigen Schotschen Hertenhond." In denzelfden tijd als dit overoude ras bestond er een, dat op de thans levende Paria-honden gelijkt. Hieruit blijkt dus, dat er reeds 4000