United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Anders gaarne," antwoordde Wronsky, maar ik ben ongerust over Jawschin. Ik moet hier blijven, tot hij klaar is." "Speelt hij slecht?" "Hij speelt zonder ophouden en ik ben de eenige, die hem dan terughouden kan." Stipan Arkadiewitsch nam Lewin onder den arm. "Hoor eens, doe mij en Dolly en vele andere het genoegen en rijd terstond met mij naar mijn zuster Anna. Zij is te huis.

Hij keerde zich om en opende de oogen. "Zeg mij liever wat ik drinken moet. Ik heb een akeligen smaak in de keel...." "Het best is een borrel!" zeide Jawschin op diepen bastoon. "Tareschenka! een glas brandewijn en augurken voor mijnheer!" riep hij toen; hij hield er blijkbaar van, zelf zijn stem te hooren. "Een borrel, dunkt je?" vroeg Petritzky, het voorhoofd en de oogen wrijvende.

"Wij zijn reeds oude bekenden," zeide zij en legde glimlachend haar kleine hand in de buitengewoon groote van den ietwat verlegen Jawschin; deze verlegenheid stond hem wonderlijk bij zijn hooge gestalte en forsch gelaat. "Verleden jaar hebben wij elkaar bij den wedren leeren kennen. Waren de wedrennen dit jaar ook interessant? Ik heb daarvoor de Corsoin Rome leeren kennen.

"Om die reden ben ik ook ongetrouwd en zal het ook blijven." "En Helsingfors?" zeide Wronsky lachend en zag daarbij Anna aan, die ook lachte. Hun blikken ontmoetten elkander, maar Anna's gelaat nam dadelijk een koele, terughoudende uitdrukking aan, alsof zij zeggen wilde: "Niet vergeten! Tusschen ons blijft het onveranderd." "Was u werkelijk eenmaal verliefd?" vroeg zij Jawschin.

En zij dacht: "Evengoed kan hij ook zijn correspondentie met andere vrouwen voor mij geheim houden." "Jawschin wilde heden voormiddag met Woitow komen," zeide Wronsky. "Ik geloof, dat hij Peszow alles heeft afgewonnen en nog meer dan hij betalen kan; bijna zestigduizend roebel."

Zij zijn eerst zooeven weggereden. Hoe heeft Jawschin het toch gemaakt?" "Hij had reeds zeventienduizend gewonnen; ik wilde hem meenemen en had hem reeds tot aan de deur; maar toen keerde hij nog eens terug en heeft nu weer alles en nog meer verloren." "Waarom ben je daar dan gebleven?" vroeg zij, plotseling naar hem opziende. Haar gezicht vertoonde een koude, vijandige uitdrukking.

Jawschin n'est pas compromettant, en vorstin Barbara zal mij vergezellen. Daar is zij reeds!" Wronsky betrad om negen uur den schouwburg. De voorstelling was in vollen gang. In den helder verlichten corridor bevonden zich slechts de logesluiters en twee bedienden met de pelzen hunner meesters en meesteressen op den arm.

"Je hebt toch gezegd, dat je daar wildet blijven om Jawschin weg te brengen. En nu heb je hem er toch gelaten." Ook zijn gelaat nam dezelfde koude, strijdvaardige uitdrukking aan. "Ten eerste heb ik Stiwa niet verzocht u een boodschap over te brengen en ten tweede spreek ik nooit onwaarheid. De hoofdzaak was, dat ik blijven wilde en ik ben gebleven," antwoordde hij het voorhoofd fronsend.

Toen trok hij den schotel naar zich toe en begon te eten, terwijl hij voortging in het naast zijn bord liggend boek te lezen. Op dit oogenblik kwam een lang, statig officier, de ritmeester Jawschin, de kamer binnen en naderde Wronsky. "Ha! daar is hij toch!" zeide hij en sloeg hem krachtig op de epaulet. Wronsky keerde zich geërgerd om, maar zijn gelaat helderde dadelijk op, toen hij Jawschin zag.

De bode kwam met het antwoord terug, dat hij bezoek had, maar dat hij spoedig zou komen en of hij vorst Jawschin mocht meebrengen. "Hij komt niet alleen, hoewel hij mij sedert gisteren middag niet gezien heeft," dacht zij, en plotseling kwam de gedachte in haar op, dat hij haar reeds lang niet meer liefhad en dat nu voor haar geheim zocht te houden.