United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier te lande bouwt de Huiszwaluw haar nest bijna uitsluitend tegen de gebouwen van steden en dorpen; in minder dicht bewoonde landen vormt zij talrijke broedkoloniën op de rotswanden; dit geschiedt o.a. in Spanje, op de krijtrotsen van het eiland Rugen en op hiervoor geschikte rotswanden van de Zwitsersche Alpen. Steeds kiest zij een plaats, die van boven bedekt is, voor het bouwen van haar nest, zoodat dit niet door den regen getroffen kan worden, bij voorkeur dus friezen onder kroonlijsten en zuilen, nissen van vensters en deuren, kranslijsten van daken, opboeisels enz. Soms maakt zij gebruik van een holte in een muur en metselt den ingang op een vlieggat na dicht. Het nest verschilt van dat van de Boerenzwaluw hierdoor, dat het altijd op een vlieggat na gesloten, van boven dus niet open is. Half bolvormige nesten komen het veelvuldigst voor; de vorm van het nest verschilt echter zeer en staat in verband met de plaats waar het gebouwd wordt. Hoewel de bouwmeesters ijverig werkzaam zijn, duurt de arbeid lang, zelden korter dan 12

Allen wisten heel goed, waar het lag, maar ze deden hun best elkaar het spoor bijster te maken. "Kijk nu die pijlstaarten eens!" klonk het in den nevel. "Jullie gaan naar de Noordzee terug!" "Past op, grijze ganzen!" riep iemand van een anderen kant, "als jelui zoo voortgaat, kom je nog in Rügen!"

De kleine Faber valt nu den Majoor om den hals en dankt hem, omdat hij zijn leven heeft gered; maar de Majoor schudt hem af en zegt, dat het niet de moeite waard is om voor te bedanken. De Majoor houdt niet van de Duitschers sinds hij te Putbus op Rügen ingekwartierd is geweest, in den oorlog met Pommeren. Nooit in zijn leven is hij zoo dicht bij den hongerdood geweest als toen.

Haar heilige wagen werd bewaard op een eiland, waarschijnlijk Rügen, waar de priesters hem zorgvuldig bewaakten totdat zij verscheen om een jaarlijksche reis te doen door haar gebied om het land te zegenen. De godin hield haar gelaat dan verborgen door een zwaren sluier en zat zoo in dezen wagen die door twee koeien werd getrokken, en zij werd eerbiedig door hare priesters vergezeld.

Nadat de Zweden in het begin dezer eeuw, hunne laatste uit den dertigjarigen oorlog afkomstige bezitting ten zuiden der Oostzee, het eiland Rügen en een gedeelte van Pommeren, verlaten hebben, zijn daar van hen geene kolonisten en afstammelingen, geene taal overblijfselen, overgebleven, wel misschien nog iets in de gebruiken dier streek, en den hier en daar spreekwoordelijk geworden schrik voor den Zweedschen naam, waarmede men nog heden ten dage in Pommeren de kinderen naar bed jaagt.

In zeer stille bosschen zwerft hij in 't midden van den zomer ook wel in de laatste uren van den namiddag voor zijn genoegen buiten rond; ik zelf heb hem in de nabijheid van Stubbenkammer op Rügen op klaarlichten dag ontmoet; zulke uitstapjes over dag behooren echter tot de zeldzaamheden.

Voor de bewoners van het hooge noorden zijn de Zeehonden de belangrijkste van alle dieren. Zonder de Robben zou de Groenlander niet kunnen leven; van elk deel van hun lichaam trekt hij partij. Maar ook wij, Europeanen, stellen het gladde, fraaie, waterdichte, vel op hoogen prijs, en maken gebruik van de traan, ja zelfs van het vleesch dezer dieren. Het is dan ook geen wonder, dat de Zeehonden in nagenoeg alle zeeën zoo ijverig mogelijk vervolgd worden. De wijzen van jacht en de vangst zijn meestal gelijk; het schietgeweer wordt hierbij zelden gebruikt, in volle zee in 't geheel niet, omdat de gedoode Zeehond als lood naar de diepte zinkt. Anders is het op sommige lievelingsplaatsen van deze dieren op het strand. Aan de oostkust van het eiland Rugen bevindt zich, naar Schilling verhaalt, op een afstand van verscheidene honderden schreden van de uiterste spits van het hooge voorland een hoop rotsblokken, die bij gewonen waterstand meer dan 1 M. boven den waterspiegel uitsteekt. Op dezen klip liggen dikwijls 40

Hoewel de Groenpootige Ruiter reeds op Rugen en op de Deensche en Zweedsche eilanden broedt, doet hij dit bij voorkeur in noordelijker landen, het liefst in boomlooze gedeelten van de toendra, vooral in de nabijheid van de zee en in open plekken van wouden, zooals door mij aan den benedenloop van den Ob werd opgemerkt.