United States or Finland ? Vote for the TOP Country of the Week !


En... ik ook! Op die kansverevening namelyk, en niet zoozeer om de boosaardige kombinatie van muts en degen. Zy is niet te vermyden, en de Don Ouixotten schikken zich. Weldra zien ze die pluimmuts voor 'n stalen helm aan, en hun hemd voor 'n schubbejak.

Vol als de maan, en rood, of liever bruin, als ja, als een bruin boerengezicht. Trijntje, die denkelijk achterin ligt, daar zoudt gij zeker medelijden mee hebben. "'t Vel over de butjes," zeggen zij die haar kennen, "en zoo gêl, als 't eier-door van 'en kiep, die niks as achterwurp kriegt." Janboer heeft zeker de blauwe pluimmuts op, en Trijntje de nachtelijke floddermuts.

Een geelig witte nachtdas begrenst van onderen een slaperig gelaat, dat over ’t voorhoofd den met gaatjes gebreiden rand van een gruwelijk burgerlijke pluimmuts voelt streelen.

Gerrit had op No. 71 die waskeersen moar uutgebloazen: "da's moar baldoajigheid," had hij gezegd; en Gijs, op No. 72 gekomen, volgde 's vaders voorbeeld. Spoedig nu waren de kermisgasten bij 't schijnsel der maan ontkleed. Gijs zette de pluimmuts op en stapte in 't zachte bed. Wa'n ding was dat! zoo wêk as pap! Noe!

Hy nam zich voor, Femke te bezoeken, zoodra hy 't huis zou kunnen verlaten, en klaagde aan z'n moeder, dat het "bakkertje" hem zoo kneep... omdat-i niet graag door Femke, als ze soms mocht voorbygaan, wou gezien worden met 'n kinderachtige pluimmuts. Zoo'n ding paste niets by peruaansche brandstapels. En zelfs by "ivoren poorten" maakte het 'n ontwydend effekt.