United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet, Saar lief, dat ik u in staat ken om my te pieren, zo wat op myn mouw te spelden, gelyk men zegt: Neen, gy waart altoos een oprecht kind; maar gy zyt jong, gy hebt het maar gansch niet naar uw zin: reden genoeg, om zulke droevige dingen aan my te schryven.

Schrikt het bij deze woeste zee terug voor den nauwen doortocht tusschen de beide pieren, die slechts 350 Meter van elkander liggen, en wil het weer terugkeeren naar de open zee, waar immers groote schepen bijna volkomen veilig zijn?

En hij, vader Kick, was mij aldus een symbool van de geslachten van Nederlanders, die als vasthoudende eilandbewoners, van de zee hun tegenwoordig land stalen, en van eeuw tot eeuw hun steenen en houten borstweringen, hun enorme dijken en hun eindelooze pieren vooruitschoven in de nevelige ruimte.

Hij flaneert dus maar, of maakt zonder haast zijn aas voor 't visschen in orde en zijn netten; hij hurkt in de zon neer met zijn vrienden, om welbehagelijk te rooken, of zit met zijn massieve zwaarte op de steenen pieren en zware houten beschoeiingen, die over de zee zijn uitgebouwd door zijn gestorven voorvaderen.

Een klein schip zou het niet wagen, thans in dit noodweer binnen te komen. Immers, het zou als een notedop opgenomen en tegen de zware steenen te pletter geslagen worden! 't Schip nadert, ongetwijfeld bestuurd door bekwame handen. 't Bereikt den ingang tusschen de beschermende pieren. Opeens, o hemel, 't zwenkt, 't verandert van koers! Dreigt er gevaar, zelfs voor de reuzen onder de schepen?

Ik heb er over geprakkezeerd, en zeg: als je goed werkt, en niet den luiaard uithangt; als je je geld niet aan klare spendeert en ook niet door je vrouwen aan allerlei mutsen en linten en snoeperijen laat verknoeien; als je dan in de redelijkheid niet genoeg voor je vrouw en kinders te eten hebt, zegt het, en klaagt er over in de redelijkheid, en zonder dreigementen, dát is van Gods wege ons recht; maar laat je niet pieren door mooie praatjes van de Internationale.

Bij de nadering van de kust, Donderdagochtend tegen 5 uur, moet de Berlin een heelen toer hebben gehad den dwarsstroom voor de pieren door te gaan; de storm had tegen dat tijdstip wel zijn hoogtepunt bereikt.

Bij stormweer staat op de pieren zulk een branding, worden de golven zóó hemelhoog tegen de kust opgestuwd dat het zaak is uit de nabijheid te blijven. Waagde men zich er aan hulp te bieden, de boot zou in een minimum van tijd een zelfde lot hebben gedeeld.

"Wel, jelui vocht samen en hij sloeg je met een plank en je viel plat op den grond en toen stond je waggelend op en greep het mes, en toen hij je nog een slag wou geven, stak je het hem door 't lijf, en daar heb jelui tot nou toe, zoo dood als pieren, gelegen." "O, ik wist niet wat ik deed. Ik wil op dezen oogenblik sterven, als ik het wist.

"O! ja ja wel mevrouw, dat schikte genoeg," antwoordde de vrouw: "Maar zie je, de witte pieren die er in dreven, die lustte ze niet; ik was er niet vies van, maar raars is er toch niet aan." "Dus in 't vervolg niet weer?" vraagde mevrouw op een toon, die niet haar gewone was.