United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kin-Fo met den waaier in de hand, liet zijn onverschilligen blik over de menigte dwalen en stelde volstrekt geen belang in hetgeen er om hem heen voorviel. Noch de metaalklank der Mexicaansche piasters, noch die der zilveren taëls of der koperen sapeken, die gedurig uit de handen der koopers naar die der verkoopers overgingen, konden zijne gedachten afleiden.

Sidi Mohammed vertelt mij, dat hij overeengekomen is met een Moorsche, dat ze mij te eten zal geven voor drie peseta's en 65 piasters per dag, haar loon erin begrepen; ze heeft, schijnt het, vier jaar lang voor een Italiaan gekookt.

Geen halve minuut, nadat Suef er in was gegaan, waren ook zij er binnen. Nu wendde ik mij tot den ouden veerman: Hoeveel hebben vier ruiters te betalen, om overgezet te worden? Twintig piasters, antwoordde hij, de hand voor mij ophoudende. Ik gaf er met mijn zweep een tikje op, en zeide: En ik betaal u niets. Dan blijft gij aan den verkeerden kant! Neen, gij zult ons overzetten.

Daarop lag een man met grooten baard, die tot aan den hals was toegedekt. Zij zetten de baar neer en gingen toen weder de kamer uit. Hier zult gij nu het eerste verband zien, dat door mij werd aangelegd! begon de dokter. Ik heb me de noodige grondstoffen aangeschaft en dezen arbeider laten komen om mij als model te dienen. Hij krijgt iederen dag tien piasters en den kost.

De betaling aan de werklieden toe te kennen, wordt vastgesteld volgens de bepaalde gemiddelde prijzen bij de werken van particulieren: namelijk 2 1/2 tot 3 piasters daags, waaronder niet begrepen zijn de levensmiddelen door de maatschappij in natura te voldoen, ter waarde van 1 piaster. De werklieden beneden de twaalf jaren ontvangen slechts 1 piaster en het volle bedrag der levensmiddelen.

Gelukkig, dat zij ten minste de zorg voor de bagage in eens voor haar rekening neemt. Daarvoor is men al heel dankbaar. "Een eerste klasse, Calama." "Dertien piasters, veertig." "Goed". Ik leg veertien piasters neer. "Hier hebt u vijftig centavos terug." "Maar ik moet zestig hebben." "Dat weet ik wel, mijnheer, maar ik heb geen klein geld." "Ik ook niet.

Heer, nog nooit had iemand mij geslagen! Nu heb ik twaalf uur ingespannen geloopen. Mijn rug is stuk van de slagen. Ik heb een geheelen dag arbeid verzuimd, mijn tong kleeft aan mijn verhemelte van den dorst, ik heb ergen honger. In plaats van dertig piasters meê naar huis te brengen, heb ik geen duit meer. Wat moet ik eten en wat moet ik vader en de kinderen geven, als ik niets heb!

Het hoofdstuk betreffende de handhaving der goede zeden is uit dat oogpunt inderdaad merkwaardig; zie hier enkele van zijne bepalingen: "Ieder, man of vrouw, die na negen uren 's avonds buiten de omtuining van zijn huis wandelt, zal eene boete van twee piasters betalen aan den mutoï die hem betrapt."

Mij moet hij te woord staan. Neen, zoo moet gij het niet aanleggen! Niet barsch, maar verstandig en slim moet gij optreden. Daarvoor ben ik de rechte man. Leg het zoo aan, dat hij, als uit eigen beweging te voorschijn komt en gij hem in 't gezicht kunt zien. Ik geef u vijf piasters, wanneer het u gelukt. Daar ben ik zoo zeker van, dat u ik verzoek mij de vijf piasters nu al te geven.

Hij heeft dertig piasters geboden, als zij hem wilden overzetten. Hebt gij nog iets meer gezien of gehoord? Ja, maar niet veel. Juist toen wij binnen kwamen, sprak hij met den waard over de vijf ruiters. Hij gaf hem terstond een wenk, om te zwijgen, maar deze was midden in een zin en voleindigde dien, met wat wij hoorden. En wat hebt gij gehoord!