United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een enkel dakvenster lichtte in de schemering, als een transparent, waarachter zilvervuur spat. Scherpe, pijnlijke stralen priemden naar alle zijden. De bruinroode, levenlooze muur leek dáár te branden, te spuwen een onaardsch, onwerkelijk vlammenvuur. De heele muur stond stroef, hard in het witte licht. Achter alle vensters konden nu menschen zijn.

Alles werd onwerkelijk, werd spel onder 't staren van die ijzige oogen, die haar aanzagen, en die zelf weer door andren werden bekeken in een eindelooze rij. Alle sterke levenskrachten sluimerden weer in haar. Zij had kracht gehad tot gloeienden haat, tot toewijdende liefde voor ééne nacht, langer niet. Zij wist niet eens of ze Gösta Berling wel lief had.

Het dagelijksch leven komt hem ruw en onwerkelijk voor; de stemming is beurtelings pantheïstisch-religieus en twijfelend. Hij verbeeldt zich soms in eene andere wereld thuis te hooren dan die, waarin hij leeft; deze vindt hij zoo wonderlijk.

En dan was er nog een beetje dat vreemde, dat gevoel of alles onwerkelijk was, een droom. Om twaalf uur kwam Edward hem halen om te gaan koffiedrinken. Hij was keurig-netjes afgeborsteld en hij had nieuwe handschoenen aan. Hij was heelemaal uitgeslapen en weer kip-lekker zooals hij zei. Hij had trek. Hij was heel vroolijk en sprak met groote ingenomenheid over gisteren-avond.

Men heeft gevonden dat de kunst voor God was, daartegenover dat ze voor haar eigen was. Hoe onwerkelijk is dat alles! Ga, zal ik u vragen, wat dieper de zaak inzien. Gij zult het niet ontkennen, want het is tastelijk de waarheid en in zichtbare vormen een mensch. Aldus heeft die man het beeld mensch, dat in zijn kop zit, uitgedrukt en gij hebt hem begrepen. Hij heeft u het beeld medegedeeld.

Het is, of de dichter er vermaak in geschept heeft, met al deze figuren, voor hij ze vaarwel zeide, nog eens naar hartelust te sollen. Ook het metaphysische slot is zoo onwerkelijk mogelijk. Van beteekenis is het, dat al deze wonderlijke figuren nog iets anders beteekenen, dan wat zij schijnen.

Als een paleis der goden straalde de witte woning en de schaduwen langs de zuilen waren bijna azuur, zoo onwerkelijk tooverde het morgenlicht de tinten òp der dingen van natuur en van menschen Er beefde een goudene rilling over de plassen, er weefde een trilling van lenteglans over alles: over het bevend turkoois van het water, over het warme marmer gloeide die glans van vuur....

Obstfelder toont zich hier verwant met de groote Russische schrijvers, met name Dostojewski. In de vertellingen van Obstfelder is veel, dat onwerkelijk is, maar daarom niet onwaar; het is de subjectieve waarheid van eene lijdende ziel, die in half visionnairen toestand verborgen dingen meent te zien.

Daarom geen heele tonen en kleuren, maar gebrokene, en eene eenheid en harmonie, eene verwantschap van allerlei tusschentinten, die soms tooverachtig onwerkelijk, die gemoedelijk en liefelijk zijn, en aldus stillend en weldadig op het oog werken.

Hij was daar toch niet erg verbaasd over, want hij wist zelf niet wat boven en wat beneden was. De vogels waren heel moe, en verlangden verder te komen. Niemand van hen schreeuwde, of zei een grappig woordje, en dat maakte, dat alles er zoo wonderlijk onwerkelijk uitzag. "Stel je voor, dat we van de aarde weggevlogen zijn!" zei hij in zichzelf.