United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Welnu, God schiep ook de aarde en de gansche wereld, met hare kruiden en dieren, met hare schoonheden en hare gebreken, met hare verlokkingen, haar geluk, hare rampen, hare vreugde, haar verdriet, hare vijandschap, hare liefde, omdat de mensch tusschen al deze tegenstrijdigheden zou te worstelen hebben, en zijne zedelijke natuur door opvolgende overwinningen zou beproefd en gelouterd worden.... Hier is nu de reden van het bestaan der geesten: het lichaam des menschen is slechts aarde, een stoffelijke vorm, die den waren mensch, dat is te zeggen de ziel, den geest omkleedt.

Hoevele maanden toch verloopen er, voordat de roos, de schoonste onder de bloemen, zich gevormd heeft! Eerst omkleedt de doornachtige struik zich met frissche blaadjes, dan botten de knoppen uit, en ten laatste, na eene aanzienlijke tijdruimte, ontvouwt de roos zich in hare betooverende schoonheid, algemeene bewondering wekkende. Ditzelfde geldt wederom van het goede, het nuttige.

Deze handeling omkleedt de hier volgende hoofdlijnen: Werther is als Goethe fijngevoelig op het ziekelijke af, zeer veelzijdig; een strever naar het absolute, rijk aan "tranen der eeuwige liefde", vol aangeboren natuurzin; doch tegenover even sterke begeerten, even stuurlooze aandriften, staat bij hem een veel zwakker wil.

"O ijdelheid! die alles met groote woorden omkleedt! een keuken is een laboratorium, een danser is een professor, een koorddanser is een gymnasticus, een bokser is een kampvechter of worstelaar, een apotheker is een chemist, een pruikenmaker is een artist, een jockey een sportman.

Een vluchtige blik op de kleeding van het drietal zou reeds voldoende zijn om daarvan de reden te doen kennen; de sierlijke kleederen der voorste ruiters toch laten geen twijfel over, of zij worden gedragen door Heeren van edelen bloede, terwijl de grovere stof, die den derden ruiter omkleedt, den dienstman verraadt. Doch bezien wij hen liever wat nader.

Gy, zoo Gy beden hoort, ô sla uw heilige oogen Op Segol op dit stof dat Segols ziel omkleedt! Geef kalmte aan 't lijdend hart, dat wegsmelt in zijn leed! Ach! 'k wilde 's aardrijks kroon, 'k hergeef haar, God der Goden. U zij ze, en U-alleen, geen' stervling aangeboden! Geen middelbaar gezag op lucht of firmament! Maar toon u, sterke God, word Segols hart bekend!" Hy zwijgt.

Zelfs de sagen, mythen en verhalen, die het volk elkander in zijne taal verhaalt, de geheele dichterlijke stoffeering, waarmede zij die omkleedt, zijn nog heden ten dage veelal de oude.

Een wit engelschlederen broekje, tot groote zielesmart van mama aan de treden der calèche bij het uitstappen vuil gemaakt, omkleedt zijne kromme beentjes, eindigende in witte kousjes en lage schoentjes. "Vinje niet, lieverd! dat dit jongetje veel van ons Pietje heeft?" vraagt de moederlijke moeder.

Het oog staart ze aan, opgetogen hetzij een woeste nevel ze omkleedt met ontzetting, of een zonnestraal ze pralen doet in milde majesteit. En de herinnering neemt ze in zich op, om zich er aan te verlustigen na jaren nog, wanneer des wandelaars leden stram worden en zijne middagen grauw. Wonderbeelden!... Wij tuurden rond en opwaarts.