United States or Guatemala ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van sommigen dezer geslachtsnamen komen heden ten dage ook de versletene formen voor, als maagschapsnamen, aan andere geslachten eigen. Zoo bestaan de namen Ekema en Eekma naast Ekama; Galema naast Galama; Gerkema naast Gercama. De mansvóórnamen die aan deze geslachtsnamen ten grondslag liggen, zijn grootendeels nog heden als zoodanig by de Friesen in volle gebruik.

Vele maagschapsnamen aan bedrijfsnamen ontleend, staan, als patronymika, in den tweeden naamval; b. v. Bakkers, Brouwers, Kuipers, Schoenmakers. In § 64 vindt men reeds een aantal dezer namen opgesomd en nader besproken. Zy eischen hier geene nadere toelichting.

De tegenhangers van deze namen, allen aan goede zaken ontleend, zijn de maagschapsnamen die uit woorden bestaan, waar mede slechte, onaangename, onbegeerlike zaken worden aangeduid. Zy formen eene kleinere groep dan de namen in de voorgaande § opgenoemd. Hun oorsprong is gewoonlik even duister als dit by genen het geval is, ja, nog duisterder.

De maagschapsnamen Duerinckx en Tuerlinckx stammen af van eenen en den zelfden mansvóórnaam; namelik van Dure, Ture, Thuro. Deze naam was reeds by de Gothen in gebruik immers Thuro was een gothische bevelhebber , en ook het land Thüringen in Duitschland ontleend zynen naam van dien mansvóórnaam. Ook in Friesland treffen wy dezen ouden mansvóórnaam nog aan in geslachts- en plaatsnamen.

De Friesen volgden weêr hunne eigene wyze om zich, in scherts, zulke geslachtsnamen te formen. De bleeker in Friesland noemde zich Osinga, de slachter Bylsma, de schoenmaker Elsinga, de glazemaker Glasstra, de timmerman Latsma, de schipper Scheepstra, enz. Al die namen bestaan thans nog als geijkte maagschapsnamen, en houden de herinnering aan het voorvaderlike bedrijf levendig.

De hollandsche geslachtsnaam De Looyer is de weêrgade van den vlaamschen Huyvetter. De kaarsemakers vinden wy weêr meest in de zuidelike gewesten, onder de maagschapsnamen Keersemaeker, De Keersmaeker, De Kersmaeker, Kersemakers, Keersmaekers, Keersgieter, enz. Ook de geslachtsnamen aan het zadelmakersbedrijf ontleend, zijn meest in Zuid-Nederland inheemsch.

Wie zoude ook niet in de maagschapsnamen Stroobos en Valom veel eerder iets anders zoeken dan juist plaatsnamen? En toch zijn zy oorspronkelik wel degelik de namen van de gehuchten Stroobos in Achtkarspelen, en Valom in Dantumadeel, beiden in Friesland. Zelfs aan de namen van enkele huizen, buitenverblijven, bekende herbergen, enz. zijn maagschapsnamen ontleend; b. v.

Vooral in het woord stein, waar vele maagschapsnamen op uitgaan, komt deze wanspelling voor: Everstijn, Palenstijn, Ponstijn, Willemstijn, enz. En omgekeerd Van Reyn, Van de Woesteyne, Teysen, zelfs Teijsen en Theijssen, Blokzeyl, De Reycke, enz. in plaats van Van Rijn, Van de Woestyne, Thijssen, enz., die allen eveneens voorkomen.

Een gehucht by Bonn in de Duitsche Rijnprovincie heet alzoo. Deze geslachtsnaam Neeteson komt te Antwerpen voor onder den afwykenden form Neettesonne, en dezen zelfden vreemden form vertoonen ook de geslachtsnamen Heylesonne, Leenesonne, Meiresonne. Patronymikale maagschapsnamen op son eindigende, komen ook veelvuldig onder duitsche Israëliten als geslachtsnamen voor.

In sommige streken van Nederland, vooral by de friso-saksische bevolking van noordelik Overijssel, van Drente en Groningerland, is Koop als een byzondere mansvóórnaam nog in volle gebruik. De maagschapsnamen Kopinga en Copinga, Koopsma, Koops, Coops en Kopen zijn er van afgeleid.