United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo is het onder de hedendaagsche nederlandsche Israëliten ook wel gebruikelik hunne aloude en eervolle namen Isaäc, Mozes, Levi, enz. waaraan zoo schoone herinneringen verbonden zijn, te verkersteliken, of liever te ontjoodschen, door Isidoor of Isouard, Moritz of Maurice, Lion of Louis van te maken.

Geslachtsnamen van plaatsnamen afgeleid en op er eindigende, vertoonen by de nederlandsche Israëliten veelal de namen van duitsche en oost-europesche steden; b. v. Binger, Hamburger, Frankfurter, Eltzbacher, Bremer, Oppenheimer, enz.; zie bl. 203.

Ook de Saksen in Zevenburgen noemen den Wallachyer of Rumenier: Bloch. Een volksrijmke by dat volk in gebruik, begint alzoo: »Der Onger, Bloch uch der Zigu" dat is: De Hongaar, Wallach en de Zigeuner . In Wallachye wonen zeer vele Israëliten, en velen van hen hebben hun land verlaten, steeds westwaarts trekkende naar Duitschland en Nederland.

Oppervlakkig zoude men denken dat de Israëliten geslachtsnamen zouden dragen, aan de hebreeusche taal ontleend. Dit is echter slechts by uitzondering het geval. Hoe vele eeuen zijn er ook niet reeds verloopen, sedert de hebreeusche taal de eigenlike volksspreektaal der Joden was!

Nevens Leeuw komt onder de nederlandsche Israëliten ook de geslachtsnaam Leeuwin voor. Dit joodsch-duitsche Levin is onder de hoogduitsche Israëliten in gebruik genomen als eene »verfraaiing" van den joodschen mansvóórnaam Levi.

De bekende namen van Gyges Dascili, van Darius Hystaspis, Zapyrus Megabizi, Xantippus Periclis, Ptolemaeus Lagi, Seleucus Antiochi, enz. kunnen als voorbeelden dienen. Vooral by de Israëliten werd, duidelikheidshalve, en meest als de naam geschreven werd in geslachtsregisters, de vadersnaam, als toenaam, gevoegd achter den naam van iederen man.

De talryke byzonderheden en eigenaardigheden, waardoor de geslachtsnamen der nederlandsche Israëliten zich onderscheiden van die der andere, der germaansche Nederlanders, ook de vele namen van vreemden oorsprong die zy dragen, nopen my om hunne namen in eene afsonderlike groep samen te vatten, en ze hier afsonderlik te vermelden en te beschouen.

Van § 152 tot § 156. C. Geslachtsnamen, die kenmerken van nederlandsche gouspraken vertoonen. § 156 en § 157. D. Nederlandsche geslachtsnamen, buiten de hedendaagsche nederlandsche grenzen inheemsch. Van § 158 tot § 162. E. De geslachtsnamen der nederlandsche Israëliten. § 162 en § 163. F. Vreemde geslachtsnamen in Nederland. Van § 164 tot § 167. G. Latynsche en grieksche geslachtsnamen. § 167.

De groote hoeveelheid hoogduitsche geslachtsnamen, of namen die door hunne formen hunnen hoogduitschen oorsprong verraden, onder de Israëliten voorkomende, zijn door die inwykelingen in ons land gebracht.

Zie hier eenigen daarvan: Lopez de Suasso, Orobio de Castro, De Leao Laguna, enz. Eene halve eeu later als deze intocht der spaansche en portugeesche Joden in ons land plaats greep, kwamen vooral ten jare 1656 eveneens duizenden van Israëliten uit de oostersche landen van Europa, uit Polen, Galicie, enz. zich in Nederland met der woon vestigen.