United States or Guam ? Vote for the TOP Country of the Week !


De van grondbezit beroofde Hongaar werd een Walacher; daarentegen liet de tot den adelstand verheven Rumeniër nooit na, zich voor een Magyaar te doen doorgaan. In het zuidelijk gedeelte van Zevenbergen, vooral in het comitaat van Hunyad, zijn de rumeensche edelen zeer talrijk, en sinds onheugelijke tijden hebben zij nevens de hongaarsche edelen zitting gehad in de raadzalen en vergaderingen.

De Jood verkoopt op krediet; hij leent ook geld, natuurlijk tegen schandelijke rente, die zeer dikwijls meer bedraagt dan het kapitaal; zoolang echter zijn ongelukkig slachtoffer nog een duimbreed gronds bezit, is hij voor hem zoo inschikkelijk en voorkomend mogelijk, louter kruipende beleefdheid; maar niet zoodra heeft de stelselmatig bestolen Rumeniër, in een tijd van schaarschte en gebrek, zijn laatste stuk grond moeten verkoopen of verpanden om zich het noodige meel te kunnen aanschaffen, of de Jood, nu volkomen eigenaar geworden, sluit voor goed zijn kas; en het spreekt wel van zelf, dat geen gebeden of smeekingen van den rampzalig geplunderde den vuigen woekeraar vermurwen kunnen.

Ook de Saksen in Zevenburgen noemen den Wallachyer of Rumenier: Bloch. Een volksrijmke by dat volk in gebruik, begint alzoo: »Der Onger, Bloch uch der Zigu" dat is: De Hongaar, Wallach en de Zigeuner . In Wallachye wonen zeer vele Israëliten, en velen van hen hebben hun land verlaten, steeds westwaarts trekkende naar Duitschland en Nederland.

De een, een echte Magyaar, hoewel hij een kroatischen naam draagt, sprak met den een zijner reismakkers in zijne moedertaal, met den ander in het duitsch; de tweede, ook een Magyaar, maar het duitsch slecht meester, sprak rechts in het hongaarsch, links in het fransch; de derde, Franschman van afkomst en taal, bediende zich beurtelings van het fransch en het duitsch; wanneer wij een boer tegenkwamen, bijna altijd een Rumeniër, moesten wij onze toevlucht nemen tot de walachijsche taal, die maar door één onzer gesproken werd.

Doch als het op pret maken aankomt, dan vergeet de Rumeniër gaarne voor een dag zijn ellende en zijn wrok. Eens, op een zondag, had ik het genoegen, de walachijsche dansen bij te wonen, en ik geloof niet, ooit zoo veel geestdrift, zoo veel opgewektheid te hebben gezien, als misschien bij de negers op de Antillen.

Dat de Rumeniër uit de vallei van den Szamos zoo weinig zorg aan zijn akker besteedt, mag ook hierin zijne verklaring vinden, dat hij vooruit weet dat hij zijn eigendom spoedig kwijt zal zijn. De Jood is zijn natuurlijke erfgenaam. De herberg en de kruidenierswinkel zijn beiden in joodsche handen.