United States or Saint Martin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neem den mijne, zei meneer Drogers, zijn hoed aanbiedend 't kan best zijn dat meneer gelijk heeft. Te groot! lachte Bruin; hij verdrinkt er in ... maar wacht! ik zal hem er boven houden. Zoo! wat dunkt u nu, meneer Coquenard? Sal wel luk! Oui, isse al beter, maar die neuse daar mankeere nok wat aan ikke 'ebbe monsieur Mullere nooite zonder chapeau kezien ... maar tiens nu lijkke 'ij!

En dit staat vast, als eens het louteren ook bij ons een einde neemt, en het zilver is gansch gezuiverd, dan zal dat gezuiverde zilver eens zelf in die loutering roemen, en God danken, dat Hij, niettegenstaande zijn tranen en gebeden bij die loutering, dat louteren toch heeft doorgezet. Maar ik zeg ulieden, die dit hoort: Hebt uwe vijanden lief; doet wel dengenen, die u haten. Luk. 6:27.

Met den ouden bakker ging het gemakkelijker: hij spuwde driemaal voor zich uit, schoot nog een paar "gauwdieven," luk of raak, in de lucht af; gaf nog kortelijk aan Johan eenige inlichting omtrent de zaken, en ging de deur uit.

Nêidam vsa tâle thus to luk ånd to sêlighêd wêjath, ånd thus mith wâkt åjen tha bosa nygonga, thêrvmbe is hju mith alle rjucht godis tâle hêten, ånd alle tha jêna hwam hja an êre halda hâvath thêr gôme fon. Tha hwat is bêrth. Alsa ring thêr mong vsa halfsusterum ånd halfbrotharum bidrogar vpkêmon, tham hjara selva fori godis skalkum utjavon, also ring is thåt owers wrden.

En de engel ging weg van haar. Luk. 1:38. Vervult vooral in onze dagen de Christenvrouw haar roeping tegenover haar Verlosser en Heere? Het historieblad verhaalt ons van zoo wonderschoone, zielsinnige en aan kostelijke vrucht zoo rijke toewijding aan den Heere, die eertijds uit zoo menig vrouwenhart en in zoo menig vrouwenleven geblonken heeft. De vrouwen overtroffen de mannen zeer verre.

Hi is bårn an tha Lindawrda, ånd nêi al sin witherfâra heth hi thåt luk noten umbe to Lindahêm to sterva. Sahwersa vsa swethnata en dêl lând håve jeftha wêtir, that vs god tolikt, sa focht-et vs vmbe that a kâp to frêja, nillath hja thåt navt ne dva, than mot mån hja that bihalda lêta. That is nêi Frya-his tex ånd-et skolde vnrjucht wêsa to vnthandana that.