United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar de wind blies luguber en de wolken dreven en de platanebladeren ruizelden neêr en ik hoorde als kleine kindertjes klagen of er zieltjes zweefden door de nacht. Ik naderde mijn wagen. Davus en de voerman rezen op van de treê. Heer, zeide Davus; de voerman wil niet naar Thessalië.... Is hij bang? vroeg ik. Ja, heer, zei de voerman, bleek.

Hij peinsde reeds over zijn "synthetiesch" d. i. intuïtief natuuronderzoek. En hem boeide nu Faust, die in een luguber poppenspel door de eeuwen heen tot hem was gekomen. Indien iemand de Faust-legende ten einde kon brengen, dan hij.

Komt er een zonnestraaltje binnen dan ben ik een ander mensch. Maar nu komt er zoo'n akelige regendag, somber, luguber, kil ... dan ben ik te ellendig om te denken. Maar dat is geen pessimisme. Dat is melancholische stemming. Ik kan slecht tegen donker weer in ons klimaat. Daarom heb ik zoo'n heerlijk gevoel in de bergen.

"Ik ken het behangsel al precies uit m'n hoofd," zuchtte Else, "en daar is 'n gaatje, en daar één, en hier 'n scheur." Go gaf geen antwoord; ze boog zich stil over de boeken, onderwijl angstig luisterend, of Else in slaap zou raken. Het was schemerdonker in de groote, holle kamer, en dat maakte alles zoo luguber, dat 't moeilijk was niet bang te worden.

Het is de zee, bij nacht, zwart en luguber, bij avond, inslapend op wondermelodie van ònzegbaar-goede dingen, bij middag als de zon op het water brandt , het is de zee als een wit zuilenpaleis, statigend op tot in de wolken van sneeuw, zuilenpaleis met albasten vrouwen, badend en wiegend in water. De zee, als de kinderen purper van leven stoeien in 't zand. Er is geen zee. Het is al bedrog.

Deze plek nu was voor de Parijzenaars der vijftiende eeuw als een luguber Palais royal van 1789. Te midden van het voortdurende begraven en weer opgraven was het er een wandelplaats en een vereenigingspunt. Men vond er winkeltjes bij de knekelhuizen en lichte vrouwen onder de arcaden. Een ingemetselde kluizenares aan de zijde der kerk verhoogde de bezienswaardigheid.

Toen klonk er een luguber gebalk verschrikkelijk boven het lawaai uit; de muilezel, verpletterd onder een vallenden muur, gaf den doodssnik, en het was als een scheuring van de stilte, een vreeselijke uitbarsting van menschelijk geklaag, dat als een orkaan losbrak, een wanhoopsgegil, dat ten hemel steeg.

Het is 't luguber doodsdeuntje der vliegende geweerkogels! Soms gaat een korten kreet op en een der makkers blijft roerloos op het akkerveld liggen. Dat maakt de anderen niet bang. Dat maakt ze woedend, razend, en zij klemmen de tanden op elkaar, terwijl ze, op hun beurt en onverpoosd, naar den onzichtbaren vijand vuren. De stemmen van hun officieren klinken kort en krachtig achter hen: "En avant!

Nu en dan zag men op het strand, verderop naar den kant van Scheveningen, een troepje menschen samenscholen om een donkere figuur die neergestrekt lag op het bleeke zand. Dan holden de nieuwsgierigen bij tien- en twintigtallen daarheen, onbegrijpelijk-belust op een luguber schouwspel: dan was er een lijk aangespoeld.