United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die schreef mij een langen brief waarin ze aankwam met het mooie in het leven.... Dat kon ik hiermee beantwoorden: Stel dat we de balans van het leven opmaken en we vinden een batig saldo aan wat de Duitscher noemt Lust, dan vind ik voor dat geval het idee van den ons steeds bedreigenden dood, van het onvermijdelijk moeten scheiden van de "Lust", zoo verschrikkelijk dat dit optimisme me nog pessimistischer lijkt dan mijn pessimisme.

Zijn pessimisme bestreed zij, kalm en als hoogmoedig door haar geluk op hare aardige, onlogische wijze, waarover hij schertsend de schouders ophaalde.... zij zou het zelve ook wel eens ondervinden; men kon zich zijn leven zoo maar niet maken; het een hing af van het andere, alle omstandigheden schakelden zich samen, van het minste schijnbare toevalligheidje af, tot de verpletterendste catastrofe, en het leven was een keten, die het noodlot van al deze toevalligheidjes en catastrofes smeedde.... daar was niets aan te doen....

Het is slechts noodig, aan deze schilderingen een weinig lyriek toe te voegen, met deze realiteit de gevoelens te verbinden, die zij bij een sensibel dichter wekken, en men vervalt in het pessimisme, een der kenmerken van niet weinige dichters van het jaar 1890. Aanwezig is dit reeds bij Hans Jæger; wij vinden het terug bij Gabriël Finne.

Men krijgt hier den indruk, dat Finne bezig is geweest, een uitweg uit het pessimisme te zoeken. Maar de dood heeft hem verhinderd, dien te vinden. De roman Rachel, waarin de nieuwe gedachten vooral uitgesproken worden, is onrijp en toont, dat Finne hier nog niet tot helderheid is gekomen, althans nog niet den vorm heeft gevonden voor het nieuwe, dat zich in hem ontwikkelde.

En als hij iets te verkondigen hadd' gehad, dat het groote publiek gelukkig hadd' gemaakt, dan was die naam enorm geworden, en had enorm ook kunnen wèrken. Dat is niet gebeurd, omdat hij een zwakke levensbeschouwing verkondigde: het pessimisme.

Dat is een verschijnsel, dat ook bij andere schrijvers der periode voorkomt, en men kan met recht zeggen, dat Ibsen ook hier weer een voorganger geweest is. Omstreeks 1890 treden drie jonge dichters op, in wie het pessimisme diep heeft wortel geschoten, en die de kracht missen, om er zich aan te ontworstelen. Het openbaart zich echter bij hen op verschillende wijze.

Naar aanleiding van Voltaire's bekend gedicht over de aardbeving te Lissabon, las hij den vorst der letteren in een partikulier schrijven de les over het armoedig pessimisme van diens gelegenheidsvers, waartegen hij met nogal onuitstaanbaar zelf-behagen het zegevierend optimisme stelde dat in hem, ondanks zorgen, lichamelijk lijden enz., altijd de bovenhand hield.

Dit intellectueel pessimisme wordt overwonnen, zoodra onze geestelijke energie zichzelf erkent, van zichzelf uitgaat en daarmede een vast punt heeft dat onverzettelijk is. Ik heb in mijn werk De Weg tot het Inzicht ook niets anders bedoeld als den weg te wijzen tot dit vaste punt, als het denken niet over allerlei onderwerpen, maar over zichzelf.

Bij wie wil leven, bij die overheerscht eenvoudig de instinctieve drang en bij wie het verstand overheerscht, die moet inzien dat de kans om ongelukkig te zijn veel grooter is, dan de kans om gelukkig te zijn, dat de zoogenaamde optimistische beschouwing volkomen opweegt tegen wat we pessimisme noemen. Maar u begrijpt wel, daarmee is niet gezegd dat ik een mopperaar ben. Welnee.

Dan sprak hij het meest en zij luisterde zij leerde. Zijne denkbeelden waren veel minder idealistisch dan die haars vaders, maar er lag toch blijkbaar veel waarheid in. Daarbij sprak hij met zooveel overtuiging. Zij vond hem knap en verstandig, heel verstandig. Maar als hij te ver ging met zijn pessimisme, dan bestreed zij hem met warmte.