United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Schuur en huizen naast hem leunend laag, Half door dampe' omsluierd, die opstijgen, Schijnen vrouwe in stil gebed; geklaag Van wind gaat over hun tooverkring van zwijgen.

Nu Wouter-zelf: hy naderde Amalia's kroos, en juist toen-i hoopte haar te redden uit haar gevangenschap, of die te deelen zoo 't behoort, werd-i opgeslokt door 'n eend. Die daaraan zeer verkeerd deed. Want het was Wouter's laatste strootje, en in 't geklapper van den molen hoorde hy duidelyk Amalia's verwytend geklaag: Warre, warre, warre, wou.

En duwend reed zij de patiënte langzaam, in 't stil geklaag der kiezeltjes onder de elastieke banden, terug naar het kasteel, waar reeds twee knechten op het bordes stonden te wachten, om haar naar binnen te dragen. "Zult ge mij nóg eens komen bezoeken, Rozeke?" vroeg ze zacht glimlachend, bij de steenen treden van 't bordes.

Zij roepen luid heilgroeten tot Ra, als hij voorbij vaart, roepend tot hem door de uitgestrekte ruimte, maar zoo ver zijn zij weg, dat het geluid van hun stemmen klinkt als het gebrul van wilde stieren, als de kreet van roofvogels, als het geklaag van rouwdragers, als het gezoem van bijen.

Tante Olympe met haar gestadig geklaag maakte haar zenuwachtig, en Madeleen ook, die daar met gebogen hoofd aldoor te kijken zat in de toekomst. Ze was weggeloopen. Ameye walgde haar. En de dagen waren verstreken alzoo. Ze wilde niet meer terug bij haar broer, ginder waar ze geleden had een onverklaarbare pijne, nievers nog geleden. Ze was bang.

De kuische Amalia had geen beter lot, en raakte verward in 't kroos. Die daaraan zeer verkeerd deed. Want het was Wouter's laatste strootje, en in 't geklapper van den molen hoorde hij duidelijk Amalia's verwijtend geklaag: Warre, warre, warre, wou, Waar is warre, warre, wou.... Wouter die me redden zou?

Hij begreep niet geheel de wanhoop die, gelijk de dood, op haar aangezicht lag. Hij zei nog: Het is volbracht. Het was niet de kinderlijke Francine die vóor hem stond en hem aankeek met wreede blikken. Ze beproefde hare handen uit Simon's vuisten te wringen. Ze hoorde het luide geklaag van Ernest en de kleine uitroepingen van Oomken, in het salon. En ze wilde voort, ze vocht om voort te kunnen.

Maar toen hij in 't gevorderd schemeruur, in 't bijna-donker, nog wat dwalen ging, den weg, de hei op, was 't weer enkel zij, die in z'n ziel lag, hem tot hijgend smachten bracht; hij leefde ze weer door, de Rotterdamsche dagen; al die gevoelens en gedachten, zwaar en drukkend, drongen op in vreemd-nerveuse haast, en pijn, en bitterheid, en marteling, het werd hem als een volte in zijn hart van luid geklaag dat zooveel feller was in wijde plechtigheid van stillen nacht.... Hij liep gejaagd naar huis, ging naar zijn donker atelier, bekeek met flakkerend kaarslicht nog eens het portret.... Zij was 't niet.... Neen, o! neen, zij was oneindig mooier en had veel meer ziel.... O zij, zij!... Zij in de eeuwigheid!... En wég dat ding!...

Zuster Sipa, van de broederschap van den Allerheiligsten Rozenkrans mocht niet dulden dat alleen iemand van de vijandelijke broederschap die "genade Gods" gezien had; zuster Sipa had, al woonde ze niet in de buurt, duidelijk geklaag en gekerm gehoord, en zelfs aan de stemmen zekere personen meenen te herkennen met wie zij vroeger... doch uit christelijke liefde, vergaf ze niet alleen, maar bad ze, en verzweeg ze hun namen.

Een luid geween en geklaag was het begin en het besluit van dit roeitochtje. Het schreien der kleinen werd ras vernomen, en het reeds dikwerf genoemde Aafke kwam haastig aanloopen om de twee ongehoorzame kinderen de behulpzame hand te bieden. Spoedig waren zij uit de schuit op den vasten wal overgebracht. Pieter bloedde uit den mond, dewijl hem twee tandjes waren losgevallen.