United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hebben hutjes dan een park, waar beukenbosschen en kreupelhout van hazelaars zijn? En waar je velden met loofboomen en eikenhagen en rijen dennen vindt, en een hertenkamp vol herten, wou, wou, wou! Noem je dit een hutje? Heb je ooit een hutje gezien met zooveel bijgebouwen, dat het wel een heele stad leek?

Het Edelwild houdt meer van bergachtige dan van vlakke gewesten; het geeft de voorkeur aan groote, samenhangende wouden, vooral aan wouden van loofboomen.

Het land werd groen; er vertoonden zich al meer loofboomen, en na eenige uren dook in de verte een met bosch bedekte heuvelketen op, waarin wij tallooze opgewipte daken onderscheidden en eenige pagoden van veel verdiepingen; een uiterst weldadige aanblik na het vuile, lawaaiige Peking. Deze wijk van paleizen was door Italianen bezet, bij wie ik vriendelijk werd ontvangen.

't Was merkwaardig hen daar te zien staan, klaar voor den strijd, terwijl alles vluchtte. Toen het vuur langs de helling kwam, met gedreun en gedruisch en ondragelijke hitte en verstikkende rook, klaar om over de beek en den muur van loofboomen te springen, om den anderen oever te bereiken, zonder een oogenblik stil te staan, weken de menschen eerst achteruit, alsof ze 't niet uit konden houden.

Zij waren daar zeker al een heele poos geweest, maar de jongen had zoo hardnekkig naar den anderen kant gekeken, van waar de brand kwam, dat hij ze niet had opgemerkt. Er was ook een beek en een breede rand loofboomen aan dezen kant, en daarachter werkten de menschen.

De tweezaadlobbige planten komen in grooten getale voor in het cenomanische Duitschland, in Moravië, Saksen, Boheme, Silezië tusschen 49° en 50° N.B. Te midden dier streek, die toen in de nabijheid van de golven eener noordelijke zee gelegen was, vertoonen de loofboomen een merkwaardig mengsel van uitgestorven, van uitheemsch en tropisch geworden, en van Europeesch gebleven soorten of ten minste van soorten, die nog in het noorden buiten Europa voorkomen.

Zij die de stoppels zouden afbranden, hadden dit jaar een gemakkelijk werk; maar daarentegen was het droge bosch ook vaak in brand geraakt. En wat de boschbrand gespaard had, hadden de insekten genomen. 't Dennenbosch had zijn naalden laten vallen en stond kaal als loofboomen in den winter, de berkenbladen hingen gespleten neer, met kale nerven en misvormd.

Het plompe dier houdt zich gedurende den zomer in de lager gelegen, natte gewesten op, in den winter in de hoogere, die niet onderhevig zijn aan overstroomingen en niet met ijs bedekt worden. Bij helder weer houdt hij zich het liefst in bosschen van loofboomen, bij regen, sneeuw en nevel daarentegen in dichte naaldboomwouden op.

Beneden in het dal, dat onder hen lag, liep een kleine beek, met elzen en kleine berkjes omzoomd. Daar scheen het, dat de brand ophouden zou. De loofboomen vatten niet zoo snel vuur als de naaldboomen. De boschbrand stond voor een muur, en kon niet verder komen. Hij gloeide en spatte vonken, probeerde over te springen op het sparrenbosch aan de andere zijde van de beek, maar bereikte dat niet.

Groote loofboomen, beuken, eiken en lindeboomen liepen kalm op hun gemak midden op den weg, fier ruischend met hun kronen, en weken voor niemand uit. Tusschen zijn voeten door, snelden kleine planten voort: wilde aardbeien, witte anemonen, klaver en vergeetmijnietjes.