United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Den volgenden morgen verlieten wij Haïnkioe, om naar Tvarditsa te gaan, van waar wij naar Tsjoemerna omhoog moesten. Eerst hadden we twee uren eentonig vlak land door het dal der Toendsja, altijd tusschen dezelfde kale hellingen met verbrokkeld gneiss en met dezelfde hutjes en boomgaarden, als in de dorpen aan de zuidhelling van den Balkan.

De Papoea-hutjes zijn tegen de hoogte aangebouwd. Er loopt een steil pad langs, dat, boven, over de kruin van de rots weer naar beneden duikt. Daar ligt het eigenlijke dorp langs een ondiepen inham van de zee hutjes op palen, die bij ebbe boven zwarte modder staan.

Om voor menschen en kudden schuilplaatsen in de wildernis te maken, kapten de boeren een plaats open midden in 't bosch, en bouwden daar een paar hutjes, die zij zomerweihutten noemden. Nu gebeurde het, dat een boer, die bij de Dalelf in de gemeente Torsang woonde, zijn zomerhutten had aan de oevers van 't meer Runn, waar de grond zoo steenig was, dat nog niemand had geprobeerd dien te ontginnen.

Terwijl een heel bataljon negers hout aan boord brengt onder gezang en geschreeuw, gaan wij het dorp eens rond, op zoek naar de "eerste indrukken" over het binnenland van het zwarte werelddeel. In kleine strooien hutjes wonen heele families opeengehoopt en omringd door hun geiten, hun schapen, kippen en magere, uitgeteerde honden.

Zoo rechtop uit de zee, dat de wortels, blootgespoeld, hangen in de branding, klimt een woud langs de steile helling. Veel laurierboomen groeien er in. De lucht om de hutjes is bitter van den fijn-prikkeligen geur. Over de wankele brugjes, die van de woningen naar den woudzoom gaan, loopen, rank-rechtop, donkere menschen. Er dobbert een prauw hier en daar, aan een paal gebonden.

Toch is dit volk, dat in hutjes van hout en stroo woont en dat meer gelijkt op een primitief volk dan op een, dat gedegenereerd is, wel stellig het nakroost van de groote bouwmeesters van Angkor. Zij zijn forsch en groot, hebben sterk geaccentueerde trekken, die op de onze gelijken, wijd geopende oogen, 't geen alles erop wijst, dat ze van verre zijn gekomen.

Eindelijk kwam de bala in Tapang aan. Kees stond verstomd over de groote toebereidselen, die men voor het feest gemaakt had. Van heinde en ver waren de Kenjaoe's toegestroomd. Om het eigenlijke dorp waren vele tientallen van afdakjes en hutjes opgebouwd voor de talloos velen, die in het huis zelf geen onderdak meer konden krijgen.

Eensklaps, als eene verrassing, bij eene wending van den weg, lag het dorpje Horze voor de oogen der wandelaars; eenige huisjes en hutjes met een broodwinkel, een pastorie, eene uitspanning, een stal, verstrooid om een klein kerkje, en Eline zag verbaasd rond, en zeide, dat ze het dorp niet zag. Maar je bent er... hier... daar... dat is het dorp! zeide Otto. Wat!

Wel was het met bosch begroeid en vol bergtoppen, maar langs de beken en meren lagen bebouwde velden, en werkelijk woesten grond had hij niet gezien. Maar hoe verder zij het land in kwamen, hoe zeldzamer de steden en hutjes werden. Eindelijk vond hij, dat hij over een echte woestenij heen vloog, waar hij niet anders zag dan moerassen, heiden en heuvels, met jeneverbessen begroeid.

Schemering daarna en nacht, een dag van enkel zee en lucht, weer donker; en dan, met zonsopgang, de naderende kust van Celebes, waar, als een wacht en voorpost, een klein lichtgeel eiland voor ligt, maar juist ruim genoeg voor een half dozijn bruine hutjes, tusschen laag geboomte verstoken, en een dunnen hoogen seinpaal.