United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wilt ge iets dat opweegt tegen de verhuizing van de A-gracht! Hy had schipbreuk geleden, meer dan eens. Hy had brand, oproer, sluikmoord, oorlog, duëllen, weelde, armoede, honger, cholera, liefde en "liefden" in zyn dagboek staan. Hy had vele landen bezocht, en omgang gehad met lieden van allerlei ras en stand, zeden, vooroordelen, godsdienst en gelaatskleur.

Zwijge dan de oude roman! Zwijge novelle, spijt en spel van hovelingen, Zwijge het minnelied van suikerzoete rijmen, het lied dat lusten en liefden van lediggangers bezingt, Enkel geschikt om gezongen te worden bij het banketteeren in den nacht, als de late dansers huppelen op de maat van vroolijke klanken, De ongezonde genoegens en buitensporige vermaken der enkelen, In geuren, gloed en wijn, onder het schitterlicht der kaarsen.

Eet dan geestelijker wijs Nog dit Lam, der zielen spijs, Met een bitter sausse spijtig; Ware Israëlieten vlijtig, Laat de kracht van zijne dood U nog zijn een hemels-brood! Weest omgordt, en staat alreede Om te wand'len na den vrede, Met den staf, alzoo 't behoort, Van des Heeren heilig Woord Opgeschort, omgord op vordel Met der liefden band en gordel.

Alleen moesten die liefden voor de menschen verborgen blijven: zoo eischte het de welvoegelijkheid, haar maatschappelijk aanzien. Daaraan hield zij zich streng. Zij bezat een verwonderlijke levenskracht, haar ondernemingsgeest schuimde telkens over; een levendige verbeelding, zich richtend op allerlei onmogelijke plannen, sleepte haar mee.

En daarvan opgestaan, gaven zij zich, gelijk bij hen gebruik was, over aan dans en zang en terwijl Filomena den dans leidde, zei de koningin: Filostrato, ik wil niet afwijken van mijn voorgangers, maar gelijk die hebben gedaan, wil ik, dat men op mijn bevel een zang zal zingen en omdat ik er zeker van ben, dat uw liederen zoodanig zijn als uwe verhalen, willen wij, opdat geen andere dan deze dag gestoord zij door de ongelukkige liefden, dat gij er een opzegt, dat u het meest zal behagen.

En daarby behoort ... m'n vonnis dat uw schryvery, als zóódanig, hier-en-daar beneden 't nulpunt staat. Wat drommel hebben wy te maken met al die malle vertellingen van herders en herderinnen, van liefdegekken en gekke liefden, waarnaar ge telkens uw held laat luisteren op z'n doornigen weg ter kruiziging? Zóóveel voor 't vel?

En toch!...waar bleeven thands de zoete liefden, de hart-verlangens van mijn jongen tijd, mij eenmaal 't dierst? wat macht'ger drang verhief den geest van hen weg, tot in deeze eenzaamheid? Nu zie 'k hen als de kleine huisjes ginder, met hun rook-vaantjes blauw in d'effen sfeer, hun lieve trouwlijkheid geldt mij niet minder, maar 't heem-genucht begrenst den blik niet meer.

Ik schaamde mij, ja, ik schaamde mij voor mijn vroegere liefden. De zon ging langzaam onder en zond haar stillen luister over 't indrukwekkend tafereel. De golvende sneeuwvelden werden wazig-lichtmauve en het roode bosch bruinde en somberde, alsof het van graniet werd.

Al de liefden, die in haar voor hem geweest waren, rezen aan-éen, niet te temperen, en in een brand uit haar oogen en over haar borst sproot uit haar splijtend gemoed een kletterende op-een-volging van zware, doffe, heesche fluitende klankjes, waarin zij hem zeide, wel te weten, dat hij dit zoû andwoorden, alles te weten, wat hij nog meer zoû willen zeggen; maar dat dit alles niets beduidde, dat hij, als hij zich maar eens goed wilde onderzoeken, wel zoû merken, dat zij gelijk had met te zeggen, dat hij toch eigenlijk niets meer van haar hield.

Over 't geheel werd Natal zeer druk door Atjinezen bezocht, en ik was ruimschoots in de gelegenheid eenige kennis van hunnen aard optedoen, te-meer omdat de naïve Si Oepi keteh een myner menigvuldige eerste liefden 'n Atjinesche was. Toch bezit ik geen bouwstoffen voor 'n volledige karakterbeschryving, en ik durf alleen in tegenspraak met de velen die heden-ten-dage over Atjinezen meespreken zonder ooit 'n Atjinees gezien te hebben beweren dat zy over 't geheel genomen zeer veel goede hoedanigheden bezitten. Ongetwyfeld namelyk zyn ze hooghartig en dapper. Dat, by gelegenheid der oorlogsverklaring, 'n minister in de Kamer de Atjinezen heeft durven afschilderen als schuldig aan zeeroof, bewyst slechts voor de duizendste keer dat sommige sprekers geen laster te plomp keuren om by dat kollegie hun doel te bereiken. Is de zeeroof in den indischen Archipel afgenomen, sedert de atjinsche havens geblokkeerd zyn? Immers neen. Indien ons gouvernement zeeroovers bevechten wil, laat het dan den oorlog verklaren aan den Sultan der Soeloe-eilanden, aan de Illanezen op Magindanao, en eigenlyk aan