United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waarom niet, als ik meen te weten, dat zij onbesmet zijn bewaard, en als ik zelf mij heb voorgenomen, er nooit een vlek op te werpen?" antwoordde hij dan vast en met fierheid. Waarheid is, dat hij het "noblesse oblige" in den besten zin opvatte. Het was nooit in hem opgekomen, als een voorname leeglooper rond te slenteren en op de beurzen zijner aanzienlijke kennissen en verwanten te teren.

Dezen behouden hunne plaats in de gemeente, en wanneer zij volwassen zijn, ontvangen ook zij hun aandeel, en kunnen voor eigen rekening en onder eigen verantwoordelijkheid een nieuw leven beginnen. De dronkaard en leeglooper sterft, zonder eene bijna onontkoombare erfenis van armoede, schande en misdaad na te laten.

De schoone en deugdzame weduwe Custanze is met den koopman Gawin Goodluck verloofd. Deze is voor zaken op reis. Ralph Roister Doister, een Londensche leeglooper en ingebeelde gek, tracht door vleierij en door omkooping der dienstbode de hand der weduwe te winnen, doch wordt smadelijk afgewezen.

Hij wees de wagenpoort uit, waar de leêglooper onveranderd geschouderd stond tegen het werkplaatsje aan, verschemerend achter den sluier der zon, die in de straat begon te hangen. "Ah oui.... zijn wapens.... wacht.... ik zal hem roepen.... iedereen die hier komt, moet dat zien.... Holé Saleh!" riep hij van zijn plaats vandaan, al molenwiekend met zijn arm.

Soms liepen zij voor een oogenblik weg, doch dezelfde vreeselijke betoovering dreef hen altijd weder naar het gebouw terug. Telkens spitste Tom de ooren, wanneer er een leeglooper de zaal in- of uitslenterde, doch hij hoorde onveranderlijk treurig nieuws; het net werd hoe langer hoe dichter om den armen Potter toegehaald.

Ik en een andere leerling van Floris redden dien nacht een ander schilderij van hem, een klein doek, 'de Val der Engelen'; het is niet zijn beste werk; het is eigenlijk beneden zijn talent, maar het is het eenige, dat bewaard zal blijven voor het nageslacht, want nu is hij een leeglooper en een dronkaard geworden," en Oliver zucht.

Ziedaar een dronken hansworst, een monnik en een jonge deerne, die zij doorlaten en ons zonder geleide op ons dak sturen, alsof het kamp een kroeg ware, waar elke leeglooper onverhinderd insnijdt." Madzy achtte het onnoodig den nieuwsgierigen krijgsman te antwoorden, dat men aan de voorposten waakzaam genoeg was.

Nu was er zeker geen menschennaam in de vijf werelddeelen, die in staat was aan mejuffrouw Debora Stastok, en in 't algemeen aan alle teederhartige moeders in geheel D., een grooter schrik aan te jagen, dan diezelfde naam Dolf, die den niets kwaads vermoedenden lezer onmogelijk aan iets anders kan doen denken dan aan de volkomener vormen: Adolf, Rudolf, of des noods Ludolf; maar welke naam aan mejuffrouw Debora Stastok en, zoo als ik zeg, aan alle teederhartige moeders in geheel D. niet anders voorkwam dan als een kort begrip der eeretitels: katäas, straatschender, verkwister, lichtmis, lap, deugniet en leeglooper; immers hij behoorde aan den persoon, met wien ik reeds in het koffiehuis de "Noordstar" de eer had gehad kennis te maken, in één woord aan den heer Rudolf van Brammen, die na in zijn jeugd bekend te hebben gestaan voor een ondeugenden kwâjongen, die het zijn ouders en zijn meesters te kwaad maakte, alle avonden puisje vong en alle meisjes om zoenen plaagde, een paar jaren te Leiden, op naam van Jur.

Van den dageraad af waren zij in het veld geweest, gedwongen tot werken door de drijvende zweep der opzichters; want het was nu in het heetste en drukste van het seizoen en geene middelen werden er gespaard om ieder voort te jagen, zooveel hij maar kon uithouden. "Wel zeker," zegt de zorgelooze leeglooper, "het katoenplukken is geen zwaar werk, niet waar?"

Zoo gaf zij mij rendez-vous op zekere afgelegene wandelplaats, waar in den regel geen sterveling den voet zet dan op zon- en feestdagen; maar zooals het altijd gaat, ditmaal werden wij er betrapt en bespied, door den een of anderen leeglooper die er zijn fort van maakte nieuwtjes te verzamelen; en schoon ons onderhoud dood onschuldig was, ja, tot strengheid toe ernstig van hare zijde, was het toch een canavas waarop de ploerten en ploertinnen van 't kleine stadje allerlei moois en leelijks borduurden tot hare schade!