United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wees zonder zorg, heer; ik zal mij taai houden," riep Sancho terug. "De pijn zal mij zoo gauw den dood niet doen." Hij trok zijn buis uit, ontblootte zich het bovenlijf tot aan den gordel en zwaaide zijn geeseltouw met macht en geweld. Klits, klats! vielen de forsche slagen neer, en Don Quichot begon te tellen.

"De voorste bijdehandsche zen ijzer is los, en de achterste het in de spijkers van den voorsten getrapt." Maar ondanks deze ongevallen, zoodra hij het hek van Zomerzorg genaakt: klets, klats, klets, gaat de zweep; in vollen draf gaat het, het huis voorbij, bij de brug langs, omgewend met een korten draai, en pal voor de deur.

"Ze zouen zich hebben dood te schamen," herneemt Gerrit. "Klappen dat het davert!" juicht de heer Zoo, het portier dicht trekkende; en het antwoord is klets, klats, klets met de zweep; en de kraaien vliegen met een luid geschreeuw weder op; en het rijtuig rolt heen, en doet al de ruiten, van de Breestraat af tot de Rijnsburger poort toe, sidderen in de sponningen.

Vijf of zes klappende slagen waren gevallen, toen hij ophield en riep: "Heer, ik heb te weinig gerekend! Ieder van deze slagen is op zijn minst een halven reaal waard." "Sla toe! Sla toe, Sancho!" riep Don Quichot. "Ik verdubbel den bedongen prijs." "Goed; dat blijft zoo afgesproken," antwoordde Sancho, en klits, klats ging het opnieuw.