United States or Guadeloupe ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie weet hoe dikwijls hij zich ten koste van mij heeft vermaakt! Misschien, terwijl ik dit schrijf, zit hij ergens in de wereld, midden in zijn gezin, en haalt de historie weer eens op ten pleziere zijner haast volwassen kinderen. En ze genieten met elkaar van mijn onnoozelheid, gierigheid, of wat het zij. Piet heeft zijn leven lang die zaak gezien onder zijn licht.

De hardnekkigheid en gierigheid der Joden dus, in tegenoverstelling van de dweepzucht en de dwingelandij van hen, onder wie zij leefden, schenen, zoo te zeggen, te vermeerderen in evenredigheid met de vervolging, waaraan zij blootgesteld werden; en terwijl de ontzaglijke rijkdom, welken zij gewoonlijk in den handel verwierven, hen dikwijls in gevaar bracht, werd die op andere tijden gebruikt, om hun invloed uit te breiden, en hun een zekere mate van bescherming te bezorgen.

De bedelaar was niemand anders dan Inari zelf, en de edelmoedigheid der vrouw werd ter rechter tijd beloond door de geboorte van een kind. De Gierigheid van Raiko. Raiko was een vermogend man, die in een zeker dorp woonde. Naarmate hij ouder werd, nam zijn gierigheid toe, totdat hij er ten slotte over dacht, zijn trouwe bedienden te ontslaan, die hem steeds zoo goed hadden gediend.

In het tweede vak vindt men de Gerechtigheid en den Vrede, benevens acht ondeugden, passende onder de genoemde deugden: de Afgoderij, de Hoovaardigheid, de Gierigheid, de Onkuischheid, den Nijd, de Gulzigheid, de Gramschap en de Traagheid. In het midden van dit vak prijkt het beeld van Karel V, waaruit volgt, dat het kunstwerk zich niet meer in zijne oorspronkelijke gedaante voordoet.

Bij de verdeeling van het rijk werd hij minister en voogd van Arcadius, doch maakte zich door hebzucht en gierigheid gehaat. Zijn plan om zijne dochter aan Arcadius tot vrouw te geven, leed schipbreuk door toedoen van Eutropius. Rufrae, stad in Samnium, tusschen Venafrum en Teanum Sidicinum. Rufrium, stad der Hirpini in Samnium = Rufrae. Rufus, familienaam in onderscheidene gentes, als: g.

Zie, Bram, zo ben ik nu ook weêr, als ik iets doe, doe ik het terdeeg; ik hou niet van dat krummelwerkje. Hoor, als ik over den hond kan, kan ik ook over den staart. Als Cornelis het wel maakt, en hy een ordentelyk meisje wil, gierigheid daar aan heb ik my nooit bezondigt; ik wil maar baas zyn, en gelyk hebben. Ik.

Van ons vijven was Alexis de eenige, die iets voor geld gevoelde en wij plaagden hem steeds met zijn gierigheid; hij bespaarde altijd elke cent en hij was niet weinig in zijn schik, wanneer hij er zooveel bij elkander had, dat hij ze voor zilvergeld kon inwisselen.

Snel, als door de gevleugelde gedachten gedragen, bevonden zij zich in de groote stad, en van de muren der huizen straalden hun in vlammend schrift de namen der doodzonden tegen: hoogmoed, gierigheid, dronkenschap, wellust, in één woord de geheele zevenkleurige boog der zonde.

Daarbij komt nog dat men ook bij het afwijzen van weldaden voorzichtig moet zijn, opdat men niet den schijn op zich lade zijn weldoeners te minachten, of uit gierigheid bang te zijn om een vergoeding te moeten geven en hen zoodoende beleedigt, terwijl men juist hun Haat wil voorkomen. Daarom moet men bij het afwijzen van weldaden te rade gaan met wat nuttig en eerzaam is. Stelling LXXI.

Dit wat mij betreft; en wat u aangaat, gij zijt niet beter dan ik. "Ik lach om uw volmaaktheden, uitmuntendheden en hoedanigheden. Iedere deugd gaat met een ondeugd gepaard; spaarzaamheid grenst aan gierigheid, mildheid aan verkwisting, en moed aan grootspraak; wie iets vrooms zegt, zegt ook iets kwezelachtigs; want er is evenveel ondeugd in de deugd als er gaten in Diogenes' mantel zijn.