United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als het woord klinkt: Benigne fac, Domine, in bona voluntate tua Sion, ut aedificentur muri Jerusalem, laat de koning stilhouden en zegt luide, dat het zijn voornemen was geweest, om na het herstellen van den vrede in Frankrijk Jeruzalem te gaan veroveren, "se ce eust esté le plaisir de Dieu son créateur de le laisser vivre son aage". En daarna laat hij de lezing der boetpsalmen voltooien, en sterft weldra.

Tusschen al de luide verheerlijking van het ridderlijke leven en den ridderlijken krijg klinkt af en toe de bewuste negatie van het ridderideaal: soms nuchter, soms hoonend. De edelen zelf zagen bijwijlen de opgepoetste ellende en de valschheid van zulk een leven van krijg en tournooien. Het was niet te verwonderen, dat de twee sarcastische geesten, die voor het ridderdom niet dan spot en minachting hadden, elkaar gevonden hebben: Lodewijk XI en Philippe de Commines. De beschrijving van den slag bij Montlhéry bij Commines is in haar nuchter realisme volkomen modern. Hier geen schoone heldendaden, geen fictief dramatisch verloop, maar slechts het relaas van een voortdurend komen en gaan, een twijfelen en vreezen, steeds verteld met een licht sarcasme. Hij schijnt erin te genieten, als hij van smadelijk vluchten kan vertellen en van den moed, die terugkeert, als het gevaar geweken is. Hij gebruikt weinig het woord "honneur", en behandelt de eer bijna als een noodzakelijk kwaad. "Mon advis est que s'il eust voulu s'en aller ceste nuyt, il eust bien faict.... Mais sans doubte, l

Het streven naar ridderlijken roem en eer is onafscheidelijk verbonden aan een heldenvereering, waarin middeleeuwsche en renaissance-elementen ineenvloeien. Het ridderlijke leven is een navolging. Of het de helden van den Artur-kring zijn of de antieke helden, maakt weinig verschil. Alexander was immers reeds in den bloeitijd van den ridderroman volkomen in de ideeënsfeer van het ridderwezen opgenomen. De antieke fantaziesfeer was nog niet gescheiden van die der tafelronde. Koning René ziet bont dooreen de met hun blazoenen versierde grafteekens van Lancelot, Caesar, David, Hercules, Paris, Troïlus. Het ridderwezen zelf gold voor Romeinsch. "Et bien entretenoit heet het van Hendrik V van Engeland la discipline de chevalerie, comme jadis faisoient les Rommains". Het toenemende classicisme brengt eenige zuivering in het historische beeld der Oudheid; de Portugeesche edelman Vasco de Lucena, die voor Karel den Stoute Quintus Curtius vertaalt, verklaart, gelijk Maerlant het reeds anderhalve eeuw eerder had gedaan, hem daarin te bieden een authentieken Alexander, ontdaan van de leugens, waarmee al de gangbare historiën diens geschiedenis ontsierden. Doch de bedoeling is sterker dan ooit, den vorst een voorbeeld ter navolging te bieden, en bij weinig vorsten is de zucht, om door groote en schitterende daden de Ouden te evenaren, zoo bewust als bij Karel den Stoute. Van jongsaf had hij zich de heldendaden van Walewein en Lancelot laten voorlezen; later wonnen het de Ouden. Voor het slapen gaan werd er geregeld een paar uur gelezen in "les haultes histoires de Romme". Zijn hoogste behagen gold den helden der oudheid: Caesar, Hannibal en Alexander, "lesquelz il vouloit ensuyre et contrefaire". Alle tijdgenooten hebben aan die opzettelijke navolging als drijfveer van zijn daden groot gewicht gehecht. "Il désiroit grand gloire, zegt Commines qui estoit ce qui plus le mettoit en ses guerres que nulle autre chose; et eust bien voulu ressembler