United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bovendien, waarom zouden hollandsche zeevaarders angstvallig hebben opgezien tegen hetgeen Vasco de Gama en Magellaens, nu eene eeuw geleden, hadden gedaan, tegen hetgeen, nog voor weinige jaren, Drake en Cavendish met zoo schitterenden uitslag hadden volvoerd?

Hier neemt de schilder afscheid van den Engelschman, fluisterend: "Verlies Vasco niet uit het oog." "En gij bezorgt mijn boodschap?" antwoordt de Engelschman. "Zeker. Ik heb een goed voorwendsel voor mijn onderhoud met Dona Hermoine. Haar vader verlaat Brussel hedennamiddag.

Vasco de Gama is beroemd; men noemt hem illustre, maar gij en ik, wij zijn illustrissime; men moet het weten, om daaruit te besluiten, dat sommige superlatieven een verkleinende beteekenis hebben. Excellentissime is ook druk in gebruik, en men past het woord zonder iemand aanstoot te geven op den eersten den besten schurk toe.

Na een oogenblik nadenken vervolgt hij: "Neen, ik moet Vasco de Guerra, mijn vijand, in ieder geval dooden. Als hij enkel bewusteloos werd gemaakt, zelfs al kreeg ik de brieven van Lodewijk van Nassau terug, zou hij mij toch blijven verdenken. Op een goeden dag zou hij een ander bewijs tegen mij in handen krijgen.

"Alleen dit, dat Vasco de Guerra gisteravond 'de Zes Drinkebroers van Brussel', die hier reeds waren aangekomen voor het drinkgelag met Floris, onthaalde op een duivenpastei, gemaakt van zes duiven, die hij, zooals hij verzekerde, had geschoten; maar hij sprak van een zevende, en verklaarde, dat hij voor het hoofd van de zevende zulk een belooning zou ontvangen, dat hij in staat zou zijn, zijn kameraden een groot feest te geven."

Vasco de Guerra, blijkbaar de aanvoerder van de club, Tomasito, een vaandrig van De Billy's Walen, die door de anderen den eenoogige wordt genoemd, omdat hij een oog heeft verloren bij Aremberg's nederlaag, en Pablo Mendez, zijn alle drie Spaansche officieren, die zich, zooals men uit hun gesprekken kan opmaken, houden voor edellieden van rang en aanzien.

Volgens de verhalen van dien tijd, werd de muzelmansche artillerie gekommandeerd door een Europeaan: Labri Khan van Frenghân, waarschijnlijk een deserteur van de vloot van Vasco De Gama.

"Toch heb ik ze geschoten," antwoordt Vasco, terwijl er een vreemde uitdrukking in zijn vischachtige oogen komt, "en ik doodde niet alleen de zes duiven, maar ik zal ook een ander dooden. Wij zullen een banket hebben, als ik de belooning krijg voor zijn hoofd!" Hij grijnst bij deze woorden, zoodat men zijn tanden kan zien. "Zijn hoofd?" roept er een.

Wel, het is het gebruik bij deze drinkgelagen, dat, als het feest zijn toppunt heeft bereikt, verschillende vrienden der deelnemers hun, ter eere van Bacchus, groote drinkbekers vol fijnen wijn met hun complimenten zenden. Vasco de Guerra is een aanbidder van mademoiselle Bodé Volckers, de schoone Mina, die ik bemin. Dat zal zijn ondergang zijn.

Dan vraagt hij plotseling: "Kent gij een man met donkere, vischachtige oogen, zooals de jongen beschreef, en een zwarten knevel met een enkele grijze vlok er in?" "Mijn God!" roept de schilder uit, "zeker! Hij, dien gij daar beschrijft, is Vasco de Guerra mijn vijand! Hij heeft heeft de brieven! Wat bracht u op die gedachte?"