United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen men tegen het einde der achttiende eeuw begon middeleeuwsche cultuurvormen als eigen nieuwe levenswaarden op te nemen, met andere woorden bij den aanvang der romantiek, heeft men in de Middeleeuwen allereerst het ridderwezen ontwaard. De romantiek was geneigd Middeleeuwen en riddertijd kortweg te vereenzelvigen. Zij zag overal slechts wuivende vederbossen.

Over het algemeen kan men zeggen, dat met uitzondering van het Roelants-lied bij de bewerkers wel gevoel voor het ridderwezen bestond. In de Lorreinen die vrij letterlijk vertaald schijnen, worden de lange gevechten niet weggelaten of bekort, ook in de Geraert van Viane zijn verzen als: Wi sullen hem marghiin laten weten, Of onse swerde connen sniden,

Aan de volkspoëzie en wel aan de oudste leugenliederen herinneren ons deze verzen: Want niet bat en can 't getoonen mijn sin, Dan een molensteen ghevloten mach in 't Zwin . Maar aan geen deel van het maatschappelijk leven worden wij door hare beelden en vergelijkingen vaker herinnerd dan aan het ridderwezen. De gansche voorstelling van het zoeken der minne als een strijd gaf daar aanleiding toe.

Waar wij den geest der Nederlandsche dichters in de door hen vertaalde of nagevolgde werken kunnen waarnemen, daar zien wij naast gevoel voor het ridderwezen in zijne onderscheidene uitingen, ook vroomheid en zedigheid die slechts matige sympathie koesteren voor de ridderidealen: die den hartstocht temperen, de kieschheid ontzien, moralizeerende opmerkingen invoegen; voorts merken wij niet zelden gemis aan verbeelding op.

De gehele drang van het ridderwezen tot daden, om alle krachten boven het gewone en het gemiddelde in te spannen, om door zijn verdiensten roem en eer te verwerven was dat niet hetzelfde streven dat alle kluizenaars en monnik-asceten der kerk bezielde? Hoe gemakkelik zou dat niet door de kerk van de wereldlike in de geestelike sfeer overgebracht kunnen worden?

De vrouwendienst, zooals wij dien vroeger hebben leeren kennen, komt in al deze stukken op den voorgrond, gewoonlijk in verband met allerlei herinneringen aan het ridderwezen.

En hoe paradoxaal het thans klinkt, zij had in zeker opzicht gelijk. Een grondiger studie heeft ons geleerd, dat het ridderwezen slechts een onderdeel is van de cultuur van dat tijdperk, dat de staatkundige en maatschappelijke ontwikkeling grootendeels buiten dien vorm om gaat.

Door de opkomst van het ridderwezen, eene Germaansche instelling, was dit gevoel van eerbied jegens de vrouwen nog sterker geworden en had het zich, vooral in Zuid-Frankrijk, onder den invloed der galanterie verfijnd. In het Fransche gedicht is de ontleding van den hartstocht bij uitnemendheid reeds vrij ver voortgezet en, voor dien tijd, fijn.

Daaruit blijkt wel, dat hij met den adel op goeden voet stond of wenschte te staan. Het oorspronkelijk gedicht De l'Ordene de Chevalerie in 36 achtregelige strofen, bevat eene uiteenzetting van het ridderwezen en van de symbolische beteekenis der plechtigheden bij de ridderwijding.

Doch en dat feit weegt zwaarder de volksziel nam hier te lande het ridderwezen niet zóó gretig in zich op, werd daardoor niet zoo krachtig bevrucht, dat uit die bevruchting een zelfstandige nationale ridderpoëzie werd geboren; eene eigen ridderpoëzie, gelijk de Duitschers er eene bezitten in de werken van GOTTFRIED VON STRASSBURG, HARTMANN VON AUE, WOLFRAM VON ESCHENBACH en het nationaal-ridderlijk epos van Nibelungen en Gudrun.