United States or Bolivia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het spreekt wel van zelf, dat men bij die ordening aanvankelijk op een verkeerde manier te werk ging. Voor zoover men niet, gelijk de encyclopédisten, aanstuurde op een veelomvattend, overzichtelijk résumé van alle in den loop der eeuwen verzamelde gegevens, ordende men de gegevens naar uiterlijke kenteekenen.

In het materialisme der encyclopedisten en hun aanhang weerspiegelde zich het wezen van een deel der bourgeoisie, wier bewustzijn vervuld was van het gevoel der toenemende macht van den mensch over de natuur en de toenemende beheersching der natuurkrachten door de wetenschap en de techniek.

Onder de "ongeloovige boeken" had ik Fénélon, Bossuet en Pascal opgemerkt, in minzame ruste gerangschikt nevens Voltaire en de Encyclopedisten, terwijl Gellert, Lessing en Klopstock met Lavater hunne ruime plaats hadden gevonden nevens Goethe en Schiller en de tooneelspelen van Iffland en Kotzebue!

De encyclopedisten, de physiocraten, de wijsgeeren, de utopisten, met Diderot, Turgot, Voltaire en Rousseau aan het hoofd, zijn vier gewijde legioenen. De ontzaggelijke vooruitgang van de menschheid naar het licht is aan hen te danken.

Zijn werk "Ploerten" was een kostelijk autobiografisch verhaal, waarin hij zijn kristelijke liefde en, als met geweldige geuten, zijn schrikkelijke haat uitstortte. Hij sprak er van Johan Doxa, gelijk van een "uitverkoren wezen, hetwelk uit de vroomheid van gothische tijden onbeholpen te midden van de tartende ketterij der encyclopedisten gesmeten werd." Anatole was een tegenovergesteld wezen.

Hij was ruimer van blik dan de encyclopedisten, die geheel opgingen in bewondering voor het beginnend kapitalisme, die elke vorm van samenleving behalve de burgerlijke verachtten en verwierpen. Hij was ook veel meer dan zij een mensch van het instinkt-matige leven.

Mijn meditaties hebben toen al direct veel besprekingen uitgelokt. Ik behandelde er de encyclopedisten in, gaf een groote critiek op Voltaire en de achttiend'eeuwsche literatuur, een wijsgeerige studie over Locke, die als fragment verschijnen zal in een van mijn bundels critische studies. Toen ik nu dat tweede deel van mijn meditaties af had, werd mij plotseling mijn roeping nóg duidelijker.

De toestand onder het ancien régime was wel ellendig en werd vooral aan het licht gebracht door den invloed van groote denkers en schrijvers als Voltaire, Rousseau, Montesquieu en de Encyclopedisten Diderot en d'Alembert, mannen, meest allen overleden, voordat de omwenteling begon, maar die in hun geschriften de bestaande toestanden aanvielen en middelen gaven ter verbetering.

De brief was zwaar op de hand en schoolmeesterig, gelijk Rousseau na zijn bekeering tot de deugd wel meer kon zijn, en men begrijpt dat hij Voltaire niet weinig ergerde. In 1759 had Voltaire Rousseau dan ook nog niet losgelaten; daarvoor was hij voor de encyclopedisten te veel waard.

Maar niet deze "oude bourgeoisie" der magistratuur was de voornaamste draagster der nieuwe wereldbeschouwing, die in de natuurwetenschappelijke, staats-rechtelijke en philosophische geschriften der Encyclopedisten een diepzinnige, meesleepende en schitterende uitdrukking zou vinden.