United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hol en luid klonken hun stemmen in de stilte van den nacht. Als een donkere schaduw trok de boer zich terug, en helderder flonkerden in 't vierkant van het open raampje de levend-tintelende sterren aan het donkerblauw uitspansel. Alfons stak 't hoofd naar buiten. De boer was reeds onzichtbaar. Heel in de verte blafte hol en dof een hond.

Anna was van achter de schutting van klimplanten te voorschijn getreden, en in het halfdonker van het kabinet herkende Lewin dezelfde vrouw, maar in een donkerblauw kleed, in een andere houding en met veranderde gelaatsuitdrukking, maar toch met dezelfde schoonheid, waarmede de kunstenaar haar geschilderd had, minder schitterend, maar daarvoor werkelijk levend.

Ik trok een zwart pak aan, met blauwe das. Afschuwelijk! Afschuwelijk! 'k Zag er net uit als een burgerman op zijn zondagsch. Ik wist niet hoe gauw ik dat uittrok. Toen paste ik gewoon een donkerblauw pak aan met zwarte das en hield mij daarmee tevreden. Het stond wat streng, wat dor, maar 't miste niet een zekere, sobere distinctie. Een paarlen speld fleurde het trouwens nog al op.

Dat was een vergissing. Gij hebt dus inderdaad twee strijkijzers? Kunt gij strijken? Uitstekend! Welnu, dan willen wij allebei aan 't werk gaan. Maar kijk, wat is dat? Ik trok het door hem genaaide van elkaar en liet het hem zien. Hij begreep echter niet wat ik bedoelde, en zag mij vragend aan. Wat kleur heeft de stof? Donkerblauw, Heer! En welke kleur heeft het garen, dat gij gebruikt hebt?

Zijn grootte is ongeveer gelijk aan die van den Scharrelaar; de lichaamsbouw schijnt echter meer ineengedrongen. De kop en de achterhals zijn olijfbruin, de mantel, de schouders, de vleugels en de onderdeelen meer of minder donker zeegroen; een groote vlek op de kin en de keel is donkerblauw.

De opene deur gaf uitzicht op de nauwe Suburra-straat, waarboven de uitgeregende lucht zich donkerblauw verdiepte, een reep van nacht in de deur omlijst. Er tintelden zelfs twee, drie starren op.

Dat alles reeds maakte hem Plus-Que-Parfait; maar wat hem nog Plus-Que-Plus-Que-Parfait maakte, dat was zijn luxe, de eenige luxe, die hij zich, met een nog al schraal inkomen, veroorloven mocht: zijn paard en rijtuig. Hij bezat er maar een: een dogcart! Een dogcart, zwart-gelakt langs buiten, donkerblauw van kussens en fonkelgeel van wielen.

Er komt een dag, dat wij ze vèr van ons werpen, om onze spillebeenen te omkleeden met »jongeheeren-kleeding«. De meesten onzer kiezen daartoe stemmig donkerblauw, om daarná terug te keeren tot licht-zinnig, ruig goed. Zóó werpen wij ook allen gelijktijdig onze jeugd van ons af, om mannen te gaan schijnen.... aanvankelijk ernstige mannen en later jolige...

Zijn zakdoek stak met een keurig puntje uit den borstzak van zijn donkerblauw colbert en hij had welverzorgde witte handen met lange bolle nagels. Terwijl Bernard nog met hem stond te praten, kwamen ook Hendriks beide broers hem een hand geven, twee lange jongens van twintig en één of twee-en-twintig jaar.

't Was heb ik het goed onthouden? »Koopmansrekenen" van Adam van Lintz, het vierde? stukje. 't Was dat dikke boekje in donkerblauw omslag. En Adam van Lintz boeide mijn oogen en mijn handen en mijn gedachten en mijn neigingen. Ik zag geen meisjes, ik zag sommen. Heerlijke werkuren. Ze deden me al vroeg ervaren, waar een stuk reine levensvreugde te vinden is. Bijstand tegen verzoekingen.