United States or American Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


's Avonds, elken avond, geregeld als de gang van een klok, ontmoetten zij elkaar dan weer tusschen acht en negen, in Het Huis van Commercie, de voornaamste en deftigste herberg van het dorp. Plus-Que-Parfait en meneer François waren vrijgezellen, het sprak dus van zelf dat die hun avonden in de herberg doorbrachten.

Zij zaten daar, rood en dik en laf gegeven en gedronken, en langzamerhand, onder de striemende uitvallen van Plus-Que-Parfait, ontwaakte toch weer iets als een schim van verzet tegen wat hen op 't kasteel met sluwen list reeds halvelings was afgeperst. Halvelings, maar toch zonder stellige belofte noch verbintenis.

Plus-Que-Parfait was niet bepaald een geboren redenaar. Dat waren die andere heeren trouwens ook niet. Plus-Que-Parfait was een stugge, chagrijnige grijnskerel, die slechts enkele bekrompen gedachten in zijn harden kop had zitten, maar die zaten er dan ook muurvast en waren er niet uit te hameren.

'k 'N doar niets op t' antwoorden! kreet meneer François met rood-gezwollen toornkop en keerde bruusk Plus-Que-Parfait den rug toe en verliet woedend de herberg. Maar Plus-Que-Parfait triomfeerde.

't Barontje betuigde zelfs even belangstelling voor de auto, dat gruwelding, op welks vernietiging hij dagen lang te velde trok; en ten slotte stelde hij zijn beide vrienden voor: meneer François, die plomp en boersch zijn hoed afnam, en Plus-Que-Parfait, de eenige die niet uit zijn lood geslagen was en nog al sec teruggroette.

En zoo geëscorteerd, door 't joelende gepeupel, strompelde hij tot aan 't Gemeentehuis, om daar aan 't Barontje zijn verslag in te dienen, beweerde hij: zijn verslag dat hij de auto gezien had en dat al de menschen in het dorp voortdurend riepen: Vivat de auto! Vivat de auto! Maar noch 't Barontje, noch meneer François, noch Plus-Que-Parfait waren ergens meer te zien.

Met algemeene stemmen behalve één enkele, die van Plus-Que-Parfait, had het Barontje zijn grintweg verkregen. In kudde stommelden de boeren-leden de raadzaal uit en gingen in Fietje's herberg een sterkende verversching gebruiken.

Plus-Que-Parfait is gestorven als slachtoffer der automobiel. Niet dat hij in een ongeluk is omgekomen: de ramp, waaronder hij verloren ging, was van meer gecompliceerden aard: Plus-Que-Parfait is langzaam aan te niet gegaan als moreel slachtoffer van de automobiel. Plus-Que-Parfait bewoonde, in een vrij aanzienlijk en fraai dorp, een kleine, witte villa, met een nog al mooien tuin.

Wat het Barontje vertelde klonk dan ook altijd als een scherts, zelfs als hij ernstig en gewichtig wilde doen. Zoo had hij geen voornaam voorkomen en ook in zijn kleedij was hij vrij slordig, heel wat minder in de puntjes dan zijn vriend Plus-Que-Parfait. Maar over hem was het prestige van zijn naam, zijn titel en fortuin en dat was wel voldoende om hem op zijn eerste plaats te handhaven.

Veel praatten zij echter niet, zij rookten en dronken aanhoudend potten bier of borrels, maar als zij praatten dan was het altijd over 't zelfde onderwerp: over hun gezamenlijken haat tegen de auto's, tegen 't Barontje en meneer François. Al van den eersten avond had Plus-Que-Parfait geeischt, dat de oud-veldwachter het uithangbord van zijn kroegje zou veranderen.