United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij lachte terug; het was waar: zij had tegenwoordig, terwille van Frank, bruske veranderingen tegenover Bertie, verliet in eens, terwijl hij nog sprak, den divan, waarop zij samen zaten, gaf hem telkens ongelijk, verweet hem zijne fatterigheid, hield hem voor den gek met zijne kleine handjes. Hij zag haar dan verbaasd aan, meende, dat ze met hem coquetteerde, maar begreep er niet het rechte van.

Ik heb freule Mordaunt wel hooren beschuldigen van bruske manieren en onvoorzichtige gedragingen, maar zij is bekend om hare oprechtheid, die door hare dusgenoemde vriendinnen als impudentie wordt beschouwd, want zij heeft niet als onze nufjes den tact om met zoete woordekens impertinenties te zeggen. Mogelijk komt gij achter de waarheid, als gij haar die zelve ronduit vraagt.

Of-die 't weet! Of-die 't weet!" De tergende toon van schoolmeesterschap, 't bruske doen van den onderrabijn, die 'm als jongen gekend had, nou hier optrad tegen iets dat hìj 'n gruwel vond, begonnen Eleazar te hitsen. De tijd dat diè z'n meerdere was, was voorbij.

Ook de lagere volksklasse heeft, ondanks den harden arbeid waartoe zij gedoemd is, eene groote mate van opgeruimdheid en kinderlijke zorgeloosheid behouden, en daarbij eene zekere bruske en familiare beleefdheid, en eene dienstvaardigheid, die tegen geene moeite opziet.

Dit nu moge onaangenaam schynen voor wie niet gewoon is aan den omgang met javaansche grooten, 't is niet moeielyk alle onderwerpen van gesprek die aanstoot geven kunnen, te vermyden, vooral daar zy van hùn kant nooit op bruske wyze aan den loop van 't onderhoud een andere richting geven zullen, omdat dit naar oostersche begrippen in-stryd wezen zou met den goeden toon.

Ook de lagere volksklasse heeft, ondanks den harden arbeid waartoe zij gedoemd is, eene groote mate van opgeruimdheid en kinderlijke zorgeloosheid behouden, en daarbij eene zekere bruske en familiare beleefdheid, en eene dienstvaardigheid, die tegen geene moeite opziet.

Hare bruske stem had tegenwoordig vaak iets zachts, als zij haar eenig kind toesprak. Hoû je van moes? vroeg zij liefkoozend. Ja. Omhels me dan eens. Hij sloeg zijne armpjes om haar hals. Geef me nu een zoen. Steeds met zijn idioot glimlachje, kuste hij haar. Maatje is nooit stout, niet waar? vroeg Betsy. Neen. Wil je zoo bij moes blijven liggen? Ja.