United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Loat em nog en betjen lêven, Dan zal e wal better wêven; Zet em op 't spiendvat, Sloat em met de panne veur 't gat, , boer, wat plêrt dat". Het hoog-poëtische liefdeleven klinkt bijzonder zuiver door in het bruiloftslied. Oorspronkelijk omvat dit lied zoowel de klacht bij het verlaten van het ouderlijk huis, als het jolige vreugdelied bij het overschrijden van den drempel der nieuwe woning.

Wil men zich over deze grooter ingetogenheid verheugen, het is ook waar, dat oudtijds onze liederen nog in den volksmond leefden, waaruit ze thans, helaas, verdwenen zijn. De dienstmaagd in Asselijns »Saartje Jansz. of de gewaande dienstmaagd« zingt onder den arbeid een bruiloftslied op Tromp: »Tsa trompen en trompetten Blaas op een gouden toon, Nu Tromp de oorlogswetten Verlaat om Venus' zoon..«

Keer je nog eens omme, Nog eens weder omme! En allo! Met het bruiloftslied hangt ten nauwste het danslied samen, en de schakel vormt het bruiloftsdanslied, oorspronkelijk wel op de deel uitgevoerd. Zoo b.v.: Ik heb mijn geld Op hoopen gesteld, Gestapeld op elkander. Ik heb mijn liefje trouw beloofd, Een trouw van diamanten. Ziedaar, schoone jonkheer, Daar heb-je mijn hand van eer.

De tijd is voor mij omgevlogen als een koeltje, dat onze voorhoofden kust en voorbijsnelt. Hoort gij daar niet roepen? Ja, men wacht ons! Vóor het aanbreken van den dag moet gij in de stad, in het huis van uw edelen gastheer zijn. Vaarwel, mijn held!" »Geliefde, vaarwel! Binnen vijf dagen zingen wij het bruiloftslied. Gij beeft, als ging ik reeds ten strijde!"

Sinds de dood van oom Frans had zij het voorjaar niet kunnen uitstaan. Zij wenschte, dat het altijd winter wezen zou, koude, donkere winter zonder zon. Al het ontluikend leven, dat in de lucht om haar heen zong, scheen haar slechts een bespotting van haar eigen, dood geluk. Zij die daar alleen ronddoolde, zij moest het juichend bruiloftslied der natuur aanhooren!

Reeds in 1605 trad de jeugdige Vondel met zijn eerste dichtproeve op; 't was een wansmakelijk bruiloftslied in den gebrekkige trant der Rederijkers van zijn tijd.

zal wel een kultuurdichtje in den volkstoon zijn. Laat ik echter wijzen op het Bathmensch bruiloftslied, dat wij vinden in de Driem. Bladen II, bl. 60, 61: Algemeen Bathmensch Bruiloftslied. Willen wij er eens ommegaan, En zien of ik ze niet vinden kan? Ja, hier heb ik ze gevonden, Ja, met haar bruin haar. 't Is gevonden, ik zal haar kiezen, Al voor een draai. Zij is mager al om te geven.

Vondel heeft, als te verwachten was, een bruiloftslied op hen gemaakt, en nu komen zij hem hun dank bewijzen, door bij de eerste vertooning van zijne "Gebroeders" tegenwoordig te zijn. Er behooren nog twee heeren tot haar gezelschap: de oudste is de geneesheer De Haes uit de Beverwijk, de ander is haar broeder Joost, de zwager en boezemvriend van den Drost.

Het was een ongunstig voorteeken voor het huwelijksgeluk van Simon en Demetria en lang zoo opgewekt niet, als de vroegere, klonk het derde gedeelte van het bruiloftslied: Volgt den bruidsstoet op zijn pad; Volgt hem naar des bruigoms huis; Strooit hun bloemen waar ze gaan; Volgt hen, kransen om het hoofd; Leidt hen op naar het bruidsbed, Hymen! o Hymenaios!

Hymen, Hymenaeus, Hymen, Hymenaios, zoon van Apollo en Calliope of Urania of van Dionysus en Aphrodite, bevrijdde eens een aantal jonge meisjes, die door zeeroovers gevangen genomen waren; daarom gedachten deze hem, toen zij trouwden, in het bruiloftslied, en sedert dien tijd wordt hij als een god van het huwelijk beschouwd, die in het bruiloftslied wordt aangeroepen.