United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn oudere medgezel, een krachtige, breedgeschouderde figuur, vertoonde een eenigszins donkerder tint, schoon de regelmatigheid zijner gelaatstrekken hem evenzeer als een man van hetzelfde bloed deed herkennen.

Rechtop staat de forsche, breedgeschouderde gestalte op den drempel der kamerdeur: frisch en lenig als een palmboom. Tachtig heete, Afrikaansche zomers zijn over zijn hoofd gegaan, doch zijn spieren zijn niet verzwakt, en zijn oog is niet donker geworden. Het is hem gegaan als den boom, van welken de psalmdichter heeft gezegd, dat hij was geplant aan frissche waterbeken.

Met forsche hand heeft de kanker hem aangegrepen, den fieren man, die een toonbeeld was van bloeienden welstand, den breedgeschouderde met zijn fraai gewelfd voorhoofd, zijn schitterende oogen, die vonken spatten, als hij was midden in het toernooi met zijn tegenstanders, den trouwen echtgenoot, der pleegkinderen liefdevollen vader, den man van 't initiatief, immer van idealen vol.

Hij telt ruim vijftig jaren, en is, evenals de meeste Boeren een forsche, rijzige, breedgeschouderde figuur.

Zij kan hem duidelijk onderscheiden, want de straatlantaarns branden nog. 't Is een kleine breedgeschouderde man met forschen baard. Hij is als herder gekleed, met leeren sandalen, slappen hoed en een parapluie, op zijn rug vastgebonden. Zoodra hij op zijn voeten staat, neemt hij een geweer uit zijn gordel, en treedt daarmee de kamer binnen.

Aan den oprit stond reeds een kleine met leder en ijzer overtrokken telega met een vleezig paard. Daarop zat een forsche, breedgeschouderde klerk van Rjäbinin, die tegelijkertijd voor koetsier diende. Rjäbinin zelf was in huis en wachtte de vrienden in de voorkamer af.

"Hier mijnheer, als ik u verzoeken mag, hier wordt mijnheer niet gestoord," zeide de oude, breedgeschouderde Tartaar, spreidde een sneeuwwit tafelkleed op de ronde, met bronzen candelabres versierde tafel en schoof er twee fauteuils bij. Daarna bleef hij met het servet over de arm voor Stipan staan en wachtte diens bevelen af.

De commandant was een groote, scheefgevormde, breedgeschouderde man, met één dof oog, een paar dikke lippen en een weinig innemend voorkomen; hij droeg een paar zeer groote epauletten, was bijzonder lastig van humeur en, wanneer zijn drift werd opgewekt, waartoe niet veel noodig was, altijd heftig en schreeuwerig.

Is niet in de woorden van dezen dichter, ook als hij de ellende van het menschenleven meet, een zorgelooze blijmoedigheid als van dit vrije paard, dat ver van de menschen woont? Adama van Scheltema is een breedgeschouderde, nogal gezette en blozende kerel met een wilden Sudermann-baard. Hij is zeer donker van haar en oogopslag. Hij beweegt zich langzaam en toch vrij.

Hij dacht aan de zwerftochten door de groote wildernis. »Doch waar is je man?" vraagde hij, een veldstoeltje nemend, en zich bij de eiken tafel nederzettend. »Ik verwacht hem elk oogenblik," zeide tante Martje, en nauwlijks had zij dit gezegd, of de breedgeschouderde gestalte van Reinard Jansen trad, het doek bij den ingang wegslaande, de tent binnen.