United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik weet, helaas! zelve bij ondervinding, dat de liefste, beminnelijkste, aardigste, geestigste meisjes, zonder geld, vruchteloos op den uitkijk zitten, en als Mevrouw Blauwbaard roepen: Anna! zuster Anna! ziet gij niets komen?" "Ei zoo, Santje!" zeide ik: "ik wist niet dat gij er zoo over dacht. Hebt gij zulk een haast om getrouwd te zijn?"

Zoo Adamastor hem verscheen zou de straatjongen: "Ha! Ziedaar blauwbaard!" roepen. Parijs begint met den gaper en eindigt met den straatjongen, twee wezens die een andere stad niet kan opleveren; het lijdelijk wezen dat zich tevreden stelt met te aanschouwen, en de onuitputtelijke zelfhandeling; Prudhomme en Fouillou. Alleen Parijs heeft dit in haar natuurlijke historie.

Hy zat in 't midden van de pendoppo by de tafel die met een wit kleed bedekt, en met spyzen beladen was. Wel eenigszins ongeduldig vroeg hy van-tyd tot-tyd, met de woorden der zuster van mevrouw Blauwbaard, aan den mandoor-oppasser, dat is het hoofd van de policie- en bureaudienaren der adsistent-residentie, of er niets in aantocht was?

Ze zijn als geknipt voor een of ander schokkend romantisch verhaal, eene geschiedenis als van Blauwbaard, die schilderachtige ruïnen, als een arendsnest tronende op den top van eene steile rots.

Maar ik begreep het verschrikkelijke van het "Zuster Anna, zuster Anna! ziet ge nog niets komen?" en dan het wrekend zwaard van den opgedaagden broeder! o, Die Blauwbaard, die verschrikkelijke, die gruwelijke, die heerlijke Blauwbaard! Was mij zijne geschiedenis de schoonste der geheele verzameling: toch was ik er eenigszins bang voor.

De lentezon, die de aarde uit haar verstijving roept, kan het aanzijn schenken aan een zonnemythe, maar ook aan sprookjes als dat van de Schoone Slaapster in het Bosch, door den prins uit haar slaap gekust, en hetzelfde geldt voor de vertelsels van Klein Duimpje, Blauwbaard enz.

"Welzeker August, jij moogt alles doen wat je maar wilt, en zelfs als ik je wenschen voorkomen kan, dan zal ik het zeker niet laten. Hield ik niet trouw mijn woord August, hoewel ik er weinig plezier in had?" "Je bedoelt?" "Wel, dat ik met blauwbaard soupeerde en danste! 'k Denk altijd aan blauwbaard als ik hem zie. Gemeene stem toch." "Gemeen.....? Vin-je! 'k Zeg, iets ruws, iets...."

De nieuwsgierigheid wordt doorgaans bestraft en hangt nauw samen met het motief van het verraden geheim, dat wij in het oude sprookje van Midas met de ezelsooren vinden, en van het vraagverbod: Amor en Psyche, de Zwaanjuffer, Blauwbaard, wanneer dit verhaal althans om zijn historische kern niet tot de sagen moet gerekend worden, zie Funck Brentano in de Vragen van den Dag XIX, bl. 483, 556, 649.

Ze zijn als geknipt voor een of ander schokkend romantisch verhaal, eene geschiedenis als van Blauwbaard, die schilderachtige ruïnen, als een arendsnest tronende op den top van eene steile rots.

De een noemde hem een Mingaud, de ander een blauwbaard, de derde een boa constrictor, allen te zamen: "den mijnheer van de vlag". De bejaarde luitenant, die op drie stond en met den verloopen student geassureerd was, wilde zich doodstooten en hem voor een daalder koopen; de graankooper, die tegen die manoeuvre was, zei dat Pieter veel te sterk speelde om het aan te nemen; de chirurgijnsleerling bestelde de bokaal voor mijnheer "Hastok", die den pot "op schoon dacht te winnen"; het was een leven als een oordeel.