United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Conscience had zich gedokumenteerd, korrespondeerde over wat hem onduidelijk was met een paar geleerden, bezocht Brugge en het slagveld van Kortrijk, maar gunde zich den tijd niet om de opgedane stof te laten bezinken. Geschiedkundig inzicht had hij niet verworven.

Wanneer het verkregen vocht na het filtreren niet helder is, dan laat men het gedurende 24 uren rustig staan, opdat het slijm zal bezinken. Bij het zoo gezuiverde vocht voegt men de gelijke hoeveelheid eener verzadigde oplossing van chloorsodium en schudt alles goed dooreen.

In eene filtreerkan moet men natuurlijk het water langzamerhand in de bovenste bus gieten, naarmate het vorige er is doorgelekt, maar als men koffij kookt, moet de kan, vóórdat men de koffij er indoet, warm worden gemaakt, dan al het vereischte water er te gelijk kokend worden overgegoten, en de kan te vuur gezet, tot de koffij goed is doorgekookt, waarna men haar even laat staan om te bezinken.

De uitbarstingen van den inwendigen oven, die gedurig het bezinken van de steenkool- en de permische formatie in den weg hadden gestaan, worden zeldzamer en rustiger, de spleten laten niet meer zoo gemakkelijk de inwendige warmte door en zijn gevuld met aderen, die langzamerhand afkoelen.

Uit de waarnemingen van den tijd, dien regen en wind noodig hebben om de boven het water uitstekende deelen der aarde te verweren, van den tijd, waarin de stroomen en rivieren de ontlede stoffen naar zee voeren, en waarin de in het water zwevende stoffen bezinken, kan men zich bij benadering een denkbeeld vormen van den duur dier praehistorische tijden. Ons leven is zóó kort, de geschiedenis der volken gaat zóó snel voort, dat wij steeds de neiging hebben, de werken der natuur terug te brengen tot de schaal van onzen mikrokosmos, en daar ééne eeuw ons zeer lang toeschijnt, meenen wij ook, dat dit werkelijk ook voor de natuur eene lange periode is. Maar de studie van het heelal en zijne bewegingen en vervormingen leert ons, dat in de geschiedenis van het heelal de eeuwen minder zijn dan secunden in ons leven. Toch nemen wij als grondslag voor onze redeneering eene nauwe doch voor ons te bevatten grens aan. Onze historische herinnering is zóó kort, dat indien wij voor het quaternaire tijdperk, het tijdperk, waarin de mensch leefde, honderdduizend jaren nemen, wij vreezen te overdrijven, en toch is het zeker, dat dit cijfer beneden de werkelijkheid is. De menschheid heeft reeds onmetelijke tijden bestaan, vóórdat de geschiedenis begon, vóórdat zij kon spreken en schrijven, vóórdat zij zich vereenigde tot volken. Doch nemen wij als grondslag voor de tegenwoordige periode sedert den oorsprong der menschheid honderdduizend jaren aan. In dat geval heeft de tertiaire periode 460

In kleine boerderijen laat men de wrongel gedurende eenige oogenblikken rustig bezinken, neemt een gedeelte der bovenstaande wei af, en verwarmt die zoo hoog, dat zij, bij de overige wei en kaasstof gevoegd, dit mengsel op de temperatuur van 36° C. brengt.

Ik wil voor zoover "willen" bij 't half-bewuste dichten te pas komt eenvoudig mijn eigen indrukken inleiden tot algemeene menschelijkheid en ze algemeen begrijpelijk maken, ze dus eerst laten bezinken tot eigen gevoel, en dat eigen gevoel daarna toetsen aan het algemeen menschelijk gevoel, dat ik terugvind niet alleen bij de menschen die mij omringen, niet alleen bij de lezers, maar bij de dichters door de eeuwen heen.

Maar hier is geen tijd geweest voor bezinken van het nieuwe, op de oude opvattingen is doorgebouwd en sterk worden we in vele hoofdstukken herinnerd aan de schoolmeisjesverhaaltjes uit de eerste periode.

Maar nu?... Wat wist hij?... Wat wilde hij?... Had hij eigenlijk ooit iets geweten?... Hij dacht aan de kalmte der verloopen maanden terug met verbazing en wanhoop.... Want er was nu een warreling, een rijzing en daling, een gisting en beroering van gedachten en gevoel in hem, waardoor het onmogelijk was tot een zelfbepaling, tot een plan of een daad te komen.... Een gewoon-goed mensch ... hij had daar geen begrip meer van, 't was hem als was hij eigenlijk in 't geheel geen mensch, niet een als al die anderen, als die daar vóór en die daar achter hem..., ze leken allemaal zoo massief en kloek van doen, en hij was enkel een vat, een loos omhulsel van gevoel en peinzerij.... O! 't zou alles wel weer anders worden!... 't Zou alles wel weer tot bezinken en vastheid komen.

De Marcia was om haar heerlijk water beroemd: het slechtste water voerde de Alsietina aan. Ook vele aanzienlijke steden van Italia en de provinciën werden op gelijke wijze van water voorzien. Bij sommige leidingen was aan het boveneind een groot bekken aangebracht, waar men het water liet bezinken, alvorens het naar de stad te voeren.