United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Die het luidere welkom griffelen deed in 't eeremetaal, als een blijvend welkom aan allen, die broeders willen zijn in de Kunst, broeders door het onbezoedeld genie, hoogepriesters van den eeuwigen Bouwmeester door verspreiding van licht en beschaving, in beeld en in schrift? Maar neen, zij buigt het hoofd niet, Antwerpens stedemaagd. Ziet, zij lacht vroolijk.

Neen, dat zijn hem niet meer de handen der arme schippers uit de tijden der sage; dat zijn hem de handen van den Antwerpschen reus dezer eeuw; de handen der vele broeders uit Antwerpens onvergetelijken Kunstkring; van den dierbaren vriend en de zijnen, in wier woning en harten hij plaatse bekwam.

Maar toch toch meent de naneef dat Druon-Antigoon nog somtijds rondwaart door Antwerpens straten; dat hij ofschoon de held der beschaving hem versloeg nog somtijds met zijn reuzenschim komt spoken in den boezem van Antwerpens grooten en kleinen; dat Druon-Antigoon nog immer meewerkt tot den roem van Brabo's nakroost.

En gij, Antwerpens stedemaagd! buigt gij het hoofd niet voor den kolos, die de poorten uwer grootsche stad wijd, wijde ontsloot, en gansch het kunstlievend Europa als gast dorst nooden in uwe wallen? De meer dan tienmaal honderd strijders der gedachte van Noord en van Zuid, het luide welkom, welkom! deed hooren.

Spreek, Genius van Antwerpens schilderschole! mocht niet de reus in uw veste als vorst den kunstschepter zwaaien, de reus, wiens name groot klinkt in vijf werelden, en wiens standbeeld gij deedt verrijzen op 't midden der "groene plaetse"?

O Broeders der Kunst, Apostelen Gods! wat zijt gij groot! Wat moogt ge nederig fier zijn op uwe roeping. Maar wee! wee over ons, zoo wij die roeping vergeten, het schoone miskennen, het reine onteeren! Verstom naargeestige toon! Op Antwerpens reuzenfeest mag die snare niet trillen.

Dat zijn hem de handen van Antwerpens eersten en hoogwaardigen Magistraat, van den edelen Burgervader, den voorzitter van het reusachtige Kunst-Congres. Ziet, en ze wuiven nogmaals: Vaarwel, vaarwel! gij strijders der gedachte. Zij wenken: Komt weder als het u wel was in onzen tempel der Kunst!

Zeg, Genius van Antwerpens bouwkunst! zaagt gij den reus niet in uwe wallen, die er den prachtigen toren uwer hoofdkerk deed verrijzen, en er de achtkante tafel Antigoons steenen disch ter zwaarte van tweemaal zesduizend kilo's, nog hooger dan viermaal honderd voeten optillen dorst....?

"Weest groot zooals ik!" klonk eertijds zijn stem. Maar thans, hoe zijn beeld er ook rondwaart, hij kan er niet achter zich zien en aanschouwen wat hem volgt op den voet. En ziet, wat hem volgt heeft zijn geroep gehoord, doch werd grooter dan hij. Brabo's triumf: Prachtwagen met de zinnebeelden van Antwerpens bloei door beschaving, door zeevaart en handel. Welkom wakkere stedemaagd!

Zuiver is die nagalm, zuiver en rein als Joachims snarengetoover, dat een onafzienbare schare verrukte, ja meer ook Hollands grootste toonzetters in vervoering bracht. Zuiver, als het kunstgenot dat Antwerpens reuzengeest op dien onvergetelijk en avond aan allen te smaken gaf. En zuiver maar krachtig blijve het voortruischen, dat thema van Antwerpens Kunstfeest: Vrede! vrede op aarde!