United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al etend verhaalt hij, hoe hij den zieken heer naar ’t Amstel-Hôtel moest rijden en een gulden fooi heeft gekregen, en lachend vertelt hij van het aangeschoten jongmensch. „Zie je, Mijn, hij had een flink stuk in zijn kraag, want toen ik bij Kras voor de deur stilhield, was hij ingedut. Ik maakte hem wakker en zei: „We bennen er, meneer!” Maar ’k moest hem schudden, zoo lekker was hij ingedommeld. Hij keek me aan met een paar lodderige oogen en zei: „Goeie morgen! Ik heb ’n verduivelden dorst!

Een half uur later staat Dirk in de vestibule van het Amstel-Hôtel en zegt tot den portier: „’k Heb een dag of tien geleden, ’s avonds van den laatsten trein, hier een passagier gebracht....” „Dat’s wel mogelijk; ’t is hier zoo druk, dat rappeleer ik me niet.”

Tikken tegen het raampje stoort hem in zijn overpeinzing. Hij houdt even op; de passagier steekt zijn hoofd uit ’t portier en vraagt knorrig: „Waar breng je me heen, dat je zoo door de Kalverstraat rijdt?” „Naar ’t Amstel-Hôtel, zooals u gezeid heeft, maar ik neem de Kalverstraat, omdat ik veronderstel, weet u, dat voor een ziek mensch dat asphalt zachter en....”

Van dien zieken heer voor ’t Amstel-Hôtel, of van dien jongen snuiter, die den prins gesproken had? Hm! misschien zit er wel een adres in of....” In den stal wil hij er niet naar kijken, want dan loopt hij gevaar, dat de baas het ziet en

Een ruk aan de leidsels, een aanmoedigend klappen met de tong voor zijn paard en ’t rijtuig is naast dengene, die hem roept. Werktuiglijk herhaalt hij zijn vraag: „Viegelant?” Een conducteur, die een oud heer ondersteunt, antwoordt: „Jawel! hier heb je een passagier, die in de wachtkamer ongesteld is geworden. Breng meneer zoo gauw als je rijen kunt naar ’t Amstel-Hôtel.”