United States or Antigua and Barbuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Te midden der vroolijke, luidruchtige menigte bewegen zich voortdurend een aantal straatventers, die u op luiden toon hunne waren aanprijzen: balletjes van suiker en meel, gebakjes, groenten, vruchten, betel, messen en vele andere zaken.

Ook wordt ge wel vergast op een duo met guitaar- en mandolinebegeleiding, of er komen marskramers hun waren aanprijzen; bedelkinderen wisschen het stof van uw schoenen. Eindelijk komt de tram van de tegenovergestelde zijde aan, snel worden de koperstukken ingezameld en voort gaat het weer voor zoolang het duurt.

Ja, men doet zeekerlijk thands dikwijls openbaare Redevoeringen; want 'er is weeklijks een bijeenkomst in de hooge en laagere zedeschool, waarin bekwaame Redenaars de beoefening der deugd, en de gevolgen van ondeugd, krachtig voordraagen en aanprijzen.

Daarbij is het dikwijls een geschreeuw, dat men elkander niet verstaan kan, kooplieden, die hun waren aanprijzen, koopers, die afdingen, druk redeneerende en gesticuleerende Arabieren en Mooren.

Tegenover de vaak zoo treurige werkelijkheid stelt M. het ideale huwelijk, tegenover de dwingende zeden predikt hij vrije liefde. Al moge hij het niet als de ideale verhouding aanprijzen, in ieder geval beschouwt hij het als een bevrijding uit den ascetischen dwang der zeden.

Daarbij is het dikwijls een geschreeuw, dat men elkander niet verstaan kan, kooplieden, die hun waren aanprijzen, koopers, die afdingen, druk redeneerende en gesticuleerende Arabieren en Mooren.

Eenige honderden schreden, en wij treden door de Sirenenpoort den stadsmuur binnen, die opgebouwd is uit vierkante steenblokken zonder kalk. Maar wij vinden binnen deze muren geen levendig verkeer, geen wagengeratel, geen kooplui die er hun waren aanprijzen. In de 6e eeuw v. Chr. was hier een bloeiende stad. Maar langzaam kwam de moordende malaria haar muren binnengeslopen.

~Prijzen~ zegt, dat dit in woorden geschiedt en als gevolg van groote tevredenheid: hij ~prijst~ zijn knecht altijd. ~Aanprijzen~ heeft het bijdenkbeeld, dat men den hoorder gunstig wil stemmen om hem tot koopen of aannemen aan te sporen. Zijn waren ~aanprijzen~.

Daarna zeide de bandiet tot zich zelf, die al wist wat er gebeuren zou: Het komt je te pas, want indien er niets in den weg komt, zal je naar mijn plan toch leelijk gelogeerd zijn en toen hernam hij: Ook ik heb insgelijks veel gereisd en heb het toch nooit opgezegd, hoewel ik het van velen al meermalen heb hooren aanprijzen.

Wacht, ik zal goed luisteren, want wat de spreker daar zegt, ~gaat~ ook mij ~aan~. Loop maar door, het ~gaat~ jou niet ~aan~. ~Betreffen~ is als 't ware meer een treffen, een mikken, een raken op iemand, al schijnen ook anderen bedoeld: Die vermaning ~betreft~ mij. Dat ~raakt~ je niet. Aanprijzen prijzen aanbevelen. De voortreffelijke eigenschappen van iets of iemand opnoemen.