United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


Neen mijnheer!" hoorde Aaij de vrouw zeggen: "ik dankte voor dertien jaren de Heilige Maagd dat ik dat postje kon overdoen, ik heb toen zes jaren achtereen reeds angst genoeg uitgestaan, en het heeft mij in dien tijd menigen droppel zweet gekost, maar nu... Ik heb er het mijne van!" "Gij zijt een zot wijf, Barbara!" antwoordde Rosio zeer zacht: "Wie is er beter voor berekend dan gij?

Dat is één! zeide Aaij bij zich zelven, toen hij een en ander zorgvuldig bij zich had gestoken en de kast weder in het slot deed springen: Nu den anderen schat! en even behoedzaam ging hij de vier aan het kelderluik bevestigde trappen op, en trad met ingehouden adem het slaapvertrek des jongen vreemdelings binnen. Een diepe slaap had zich van dezen meester gemaakt.

"Ik ben een dief en geen dief," hernam de tweede: "ik neem, evenals de rijken wat mij bevalt, met dit onderscheid echter, dat ik mijne kronen in den zak houd." "Uwe kronen! dat geloof ik," zei de eerste glimlachend, en dan: "Hebt gij Aaij ook gesproken?"

Spoedig bevond hij zich in de gelagkamer, en zag bij het schijnsel der maan, dat door de luikgaten naar binnen drong, de aangeduide kast, waarin zich die belangrijke stukken moesten bevinden. De behendigheid, waarmede Aaij, met behulp van een ijzeren haakje, het slot deed openspringen, bewees genoegzaam, dat hij dit handwerk niet voor de eerste maal verrichtte.

Droom genoeglijk voort, dacht Aaij, wiens vrees van ontdekt te zullen worden, door het weer rustig nederliggen des jonkmans geheel was geweken: Droom genoeglijk voort, en de hemel beware mij, dat die kostbare juffrouw ooit weder in uwe handen zal komen.

"Tap op dan, oude tooverkol!" zeide Aaij, zeer tevreden met de aanbieding der waardin, en nadat hij zich nog eenmaal in een zwarte rookwolk had gehuld, stak hij het dikke aarden pijpje in een pijpendoosje en vervolgens in den zak van zijn wambuis.

Toen de waardin zich verwijderd, en Aaij de lamp had uitgeblazen, ontwaardde de laatste een breede spleet in den vloer, waardoor hij alles kon zien wat er beneden hem voorviel, en zag nu al spoedig zeer duidelijk dat de man met den bruinen mantel in een geheimzinnig onderhoud met de waardin was getreden. "Neen!

Rosio kon, schuins achter hem gezeten, den inhoud gedeeltelijk ontwaren; doch Aaij,die tegen het deksel zag, had gaarne zijn slok gegeven als hij mede eens even dien kostbaren schat had mogen beschouwen. "Dat schijnt een zeer fraai kunststuk te zijn," ving Rosio aan, die, zijne plaats verlaten hebbende, achter den jonkman had post gevat.

Hier kon Aaij niet verder onderscheiden wat er gesproken werd, doch steeds met zijn oog door de reet van den vloer glurende, zag hij Rosio kort daarop zijn afscheid nemen, en hoorde hij weder eenige oogenblikken later het hinniken van een paard, hetwelk den rentmeester naar het kasteel de Blankert terugvoerde.

Wel voldaan over den goeden uitslag van zijn nachtelijke huiszoeking, kwam Aaij op zijn zolderkamertje terug, en daar hij er geenszins op gesteld was de ontwaking der waardin af te wachten, stiet hij het zoldervenster open, sprong, met zijn buit beladen, naar beneden, en kwam, zonder eenig letsel, in het mulle duinzand neder.