Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Men vindt eene afbeelding van de kaasmijt in het werk: Natuurlijke historie van Nederland; de gelede dieren door DR. S. C. SNELLEN VAN VOLLENHOVEN. Ook ROBIN geeft leerzame figuren over de ontwikkeling der acarussoorten in zijn werk: Traité du microscope, bladz. 755. sqq. Om eenig denkbeeld te geven van den vorm van dit diertje, hebben wij het in fig. 31 vele malen vergroot afgebeeld.
Das Individualrecht als Namenrecht, Archiv für Bürgerliches Recht V pp. 77 sqq. Das Recht an Briefen, ibid. VII pp. 94 sqq. Zur Konstruktion des Urheberrechts, ibid. X pp. 241 sqq. Paul Laboulaye,
Uit het bovenstaande volgt, dat de auteurs of hunne rechtverkrijgenden bij de uitoefening van hun recht van de door onze wet voorgeschreven formaliteiten slechts last en geen nut hebben. Alleen derden zijn door deze bepalingen gebaat, doch slechts betrekkelijk; evenals van het stelsel van artt. 1224 sqq.
B. van den Velden, Over het kopyregt in Nederland, 's Gravenhage 1835. Mr. Het auteursrecht, Kantteekeningen op het ontwerp van wet tot regeling van het auteursrecht, Utrecht 1877. Praeadvies voor de Nederlandsche Juristen-Vereeniging, Handelingen der Nederl. Juristen Vereeniging 1877 I pp. 34 sqq. Henry Viotta, Het auteursrecht van den componist, Proefschr. 1877. Mr.
J. van de Kasteele, Het auteursrecht in Nederland, Proefschr. Leiden 1885. Mr. S. Katz, Het auteursrecht, Rechtsgeleerd Magazijn I pp. 311 sqq. J. H. Kok, Auteursrecht en Berner Conventie, Rotterdam 1905. Aansluiting bij de Berner Conventie, Pro en Contra serie I no. 10. Mr. J. A. Levy, Nederland en de Berner Conventie, Het Paleis van Justitie, 9 Aug. 1898 pp. 1 en 2. Jhr. Mr.
A. G. N. Swart, Opmerkingen betreffende auteursrecht op werken van beeldende kunst, Proefschr. Leiden 1891. Mr. J. D. Veegens, Het auteursrecht volgens de Nederlandsche wetgeving, 1895. Nederland en de Berner Conventie, de Gids, 1896 III pp. 411 sqq. id. met Bijlagen; Supplement op: Het auteursrecht volgens de Nederl. wetgeving, 2de druk Groningen 1898. Mr.
Kunstwerkrecht, Stuttgart 1908. Die Idee des geistigen Eigenthums, Archiv für die civilistische Praxis 82 pp. 192 sqq. Das Recht an Fahrtenbüchern, ibid. 85 pp. 98 sqq. Autorrechtliche Studien, ibid. 85 pp. 399 sqq. Die Immaterialgüter im internationalen Recht, Zeitschrift für internationales Privat- und Strafrecht VI pp. 236 sqq. en 338 sqq.
J. G. Robbers Jr., Het auteursrecht. Opmerkingen en beschouwingen, Proefschr. Amsterdam 1896. Mr. Paul Scholten, Recht op brieven, Weekblad voor Privaatrecht, Notarisambt en Registratie 22 Sept. 1906 no. 1917. Mr. Ph. W. Scholten, Eene leemte in de wet betreffende het auteursrecht, Themis 1884 pp. 154 sqq.
Evertsen de Jonge, Verhandeling over de regten van schrijvers en kunstenaars op hunne werken, voornamelijk uit het oogpunt van het internationale regt, Utrecht 1853. Mr. J. Heemskerk Azn., Voordragten over den eigendom van voortbrengselen van den geest, Haarlem 1856. Prof. Mr. H. van der Hoeven, Een verongelukt artikel, Tijdschrift voor Strafrecht V pp. 99 sqq.
Uit de volgende bladzijden zal men herhaaldelijk kunnen zien, hoeveel ik aan dezen schrijver verschuldigd ben. Men vindt hier eerst de Nederlandsche, daarna de buitenlandsche werken, alphabetisch gerangschikt naar de namen der auteurs. J. Aikes van Kregten, Het contract tusschen schrijver en uitgever, Proefschr. Groningen 1889. Mr. G. Belinfante, Het recht van den auteur, Themis 1877 pp. 204a sqq.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek