Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Zijn vacht is over 't algemeen grijs van kleur, aan den kop, den romp, den staart en de dijen naar geelrood of roodbruin zweemend. De hoornen hebben, langs de krommingen gemeten, een lengte van 80 cM.; tot dicht bij de spits dragen zij ringen, die meestal sterk uitpuilen en scherpkantig zijn.

Op de dwarse doorsnede zijn zij over 't geheel genomen peervormig; daar zij, scheef van voren gezien, een ronding vertoonen en aan de tegenovergestelde zijde bijna scherpkantig samengedrukt zijn. De jaarringen of groeiringen zijn als dwarse richels zichtbaar, maar puilen veel minder uit dan bij den Alpen-steenbok. Deze hoornen kunnen vermoedelijk wel 1 M. lang worden.

Als het edelste van alle rassen mogen wij wel de Angora-geit (Capra hircus angorensis) aanmerken. Zij is een fraai, groot dier van ineengedrongen lichaamsbouw, met stevige pooten, korten hals en kop, zeer eigenaardig gekromde horens en een vreemdsoortig haarkleed. De dieren van beiderlei geslacht zijn met hoornen gewapend. Die van den bok zijn nagenoeg lintvormig samengedrukt, scherpkantig en van achteren stomp toegespitst; gewoonlijk gaan zij in horizontale richting van den kop uit, vormen een lange dubbele schroefwinding en zijn met de spits naar boven gericht; zij hebben dus een drievoudige kromming ondergaan. De geit heeft kleinere, zwakkere, ronde enkelvoudig gebogen hoornen. Korte, glad aanliggende haren komen niet anders voor dan op het aangezicht, de ooren en de onderste gedeelten van de pooten; de overige lichaamsdeelen zijn bedekt met een zeer dikke vacht, welke uit dichte en lange, fijne, zachte, glanzige, zijdeachtige en tot lokken vereenigde, gekroesde haren bestaat. Een tamelijk lange, uit stijve of harde haren samengestelde baard versiert de onderkaak zoowel bij het mannetje als bij het wijfje. Verreweg de meeste leden van dit geitenras zijn eenkleurig en wel schitterend wit; die, welke op lichten grond donkere vlekken vertoonen, zijn zeldzamer. In den zomer valt de vacht bij zeer groote vlokken uit, maar groeit zeer snel weer aan. Fransche fokkers hebben bevonden, dat één zoo'n vacht 1.25

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek