Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Enkele exemplaren overwinteren in Zuid-Duitschland. De bovenkop, de teugel en de zijden van den kop zijn roestrood; twee breede, zwarte streepen strekken zich, bij het neusgat beginnend, over den kop tot in den nek uit; een zwarte streep achter het oog verbindt zich met een dergelijke, die de oorstreek van achteren begrenst; aan de zijden van den hals komt een roestroode dwarsstreep voor.
De bovendeelen en de buitenzijde van de ledematen zijn in den zomer roestrood, in den winter bruingrijs; de onderdeelen van 't lichaam en de binnenzijde van de ledematen zijn lichter van kleur. In sommige gewesten komen kleurafwijkingen voor, die door verscheidene geslachten heen overerven: men ontmoet er zwarte, witte, gevlekte en zilverkleurige Reeën.
De roodachtig grijze kleur van de bovenzijde is op den achterkop en in den nek het helderst, bijna zuiver roestrood, slechts op de kruin grijsachtig; de borst en de bovenbuik zijn zuiver bruinachtig aschgrauw, de onderbuik en de onderdekveeren van den staart geel; de verlengde veeren van de flanken vertoonen op licht aschgrauwen grond witachtig roestkleurige en kastanjebruine dwarsbanden, die door donkerzwarte strepen scherper begrensd worden.
Het voorhoofd, een breede streep over en achter het oog, de zijden van den kop en de keel zijn licht roestrood; de bruinachtige kop is met geelachtige, overlangsche strepen, de grauwe rug met roestroode dwarsbanden, lichte schaftstrepen en zwarte, fijne zigzaglijnen geteekend; de borst prijkt met een breeden band, die op aschgrauwen grond met zwarte golflijnen geteekend is, zich aan weerszijden van het onderlijf voortzet en hier door roestroode, aan weerszijden wit gerande dwarsbanden wordt afgebroken; op den witten buik staat een groote, hoefijzervormige vlek van kastanjebruine kleur.
De veeren van de bovendeelen zijn zwartgrijs, die van den onderrug en de schouders zwart met roestgele randen; de zijden van het achterste deel van den hals zijn roestrood, de keel en de onderdeelen wit, de krop en de zijden van den romp grijs. In den winter is de rug lichtgrijs met zwarte vlekken. Totale lengte van het mannetje 18, van het wijfje 20 cM., staartlengte 5 cM.
De bovenzijde en de keel zijn zwart, de onderdeelen roestrood; de staartwortel en de onderbuik benevens een vlek op den vleugel en aan de zijde van den hals zijn zuiver wit. Deze bij ons zeldzame soort bewoont vruchtbare heidestreken en wordt in Groningen, Gelderland en sommige duinpannen aangetroffen.
De lengte van 't lichaam bedraagt 60 cM., die van den staart 45 cM. De kleur van de bovenzijde is bruinachtig grijs, met een roodachtig vaal waas, dat hier en daar sterk op den voorgrond treedt; de onderdeelen zijn licht okergeel, de onderhals en de borst meestal roestrood; de rug, de staart en de snorren zijn zwart.
Totale lengte 17, staartlengte 6 cM. De bovendeelen zijn donker olijfgroen; elke veer is met een zwartachtige schaftstreep en een breeden, geelachtig groenen rand versierd; de onderdeelen zijn geelachtig groen met donkerder strepen langs de schaften der veeren; het voorhoofd is roestrood, de kop donkerder met zwarte schaftstrepen; de keel en de buik zijn geel; roestrood zijn de bovenborst en de staartveeren van onderen gezien tot aan het bij den top gelegen derde gedeelte, dat een donkerder kleur heeft; de slagpennen zijn donkergrijs, bijna zwart, met lichte randen; de vleugel heeft twee witte, door de uiteinden der dekveeren gevormde banden; de staartveeren zijn op de buitenvlag en aan den top donkerder, op de binnenvlag roestrood.
De algemeene kleur is vuil aschgrauw op de buiten- en bovenzijde, en roestrood aan de binnenzijde der pooten; over het midden van den rug loopt een blauwachtig gele streep, gevormd door de spitsen der borstelige haren. De ooren zijn zwartachtig. Naar het schijnt, is het Hertzwijn reeds aan de ouden bekend geweest.
De bovendeelen hebben witte vlekken op een roestroodgrijzen grond, terwijl de meeste veeren bovendien met zwarte golflijnen geteekend zijn; op de bovenzijde van den vleugel, welks kleur een dooreenmenging van roestkleurig grijs en roestrood is, komen witte, overlangsche strepen en witte vlekken duidelijk uit; de keel is zwart, door een witten rand omgeven, de onderzijde overigens roestkleurig met witte en bruine vlekken; de slagpennen zijn grijsbruin, op de smalle buitenvlag roodachtig wit gevlekt; de stuurpennen zijn zwartachtig met aschgrauw doormengd, de middelste met roestkleurige banden en teekeningen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek